Rechter roept bewaarplicht telecommunicatie halt toe

Bekijk alles
maart 12, 2015
Nieuwsberichten
Vorige

DEN HAAG. De voorzieningenrechter heeft op 11 maart 2015 de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens buiten werking gesteld. Daarmee komt een einde aan de verplichting voor aanbieders van telefoon- en internetdiensten om de verkeers- en locatiegegevens van gebruikers gedurende zes tot twaalf maanden op te slaan. De wet maakte zonder beperking en waarborgen inbreuk op het recht op privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens.

PILP was mede-eiser in deze zaak tegen de staat, omdat de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens ingrijpende gevolgen heeft voor de mensenrechten van iedereen die gebruik maakt van elektronische communicatiemiddelen, dus ook burgers waarop geen enkele verdenking van crimineel gedrag rust. Deskundigen van PILP en NJCM droegen bij aan de mensenrechtelijke argumentatie van de eisers.

Daarnaast lag er al een vernietigende Europese uitspraak over de EU-Dataretentierichtlijn, waarop de Nederlandse wet is gebaseerd, waar de Nederlandse staat weinig acht op sloeg. Ook dit – de keus om een vergaande inbreuk op de mensenrechten te laten voortbestaan zonder waarborgen – konden volgens PILP en NJCM niet door de beugel.

De Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens (2009) was gebaseerd op de EU-Dataretentierichtlijn uit 2006. De richtlijn kwam in reactie op de terreuraanslagen in Londen en Madrid in 2004 en 2005 en had als doel te garanderen dat bepaalde gegevens beschikbaar zouden zijn voor de bestrijding van ernstige criminaliteit. Op 8 april 2014 verklaarde het Hof van Justitie van de EU de Dataretentierichtlijn in zijn geheel en met terugwerkende kracht ongeldig. De Nederlandse overheid bleef de wet echter onverminderd toepassen.

De voorzieningenrechter stelt in zijn vonnis van 11 maart 2015 vast dat de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens in zijn huidige vorm een inbreuk vormt op het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven, woning en communicatie en het recht op bescherming van persoonsgegevens (artikelen 7 en 8 van het EU-Grondrechtenhandvest), die niet beperkt is tot het ‘strikt noodzakelijke’ voor de bestrijding van (enkel) ernstige criminaliteit.

Om inmenging in deze fundamentele rechten te rechtvaardigen, zou de wetgeving objectieve criteria moeten bevatten die de toegang van de bevoegde nationale autoriteiten tot de gegevens en het latere gebruik ervan begrenzen. Hiervan is volgens de voorzieningenrechter geen sprake in de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens. Dat beperkt het gebruik van de gegevens weliswaar tot de opsporing en vervolging van strafbare feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan of van terroristische misdrijven. Deze categorie bevat echter ook strafbare feiten die niet voldoende ernstig zijn om de inmenging te rechtvaardigen, zoals fietsendiefstal. Ook biedt de wet geen waarborgen om de toegang tot de gegevens daadwerkelijk te beperken tot hetgeen ‘strikt noodzakelijk’ is. Dit klemt volgens de voorzieningenrechter des te meer nu de toegang tot de bewaarde gegevens niet wordt onderwerpen aan een voorafgaande controle door een rechterlijke of onafhankelijke administratieve instantie. Het openbaar ministerie kan niet als een dergelijke onafhankelijke administratieve instantie worden aangemerkt, aldus de voorzieningenrechter.

Klik HIER voor de volledige tekst van de uitspraak van 11 maart 2015.

Klik HIER voor het persbericht van Privacy First, 11 maart 2015.

Klik HIER voor de volledige uitspraak van het Hof van Justitie EU van 8 april 2014.

Tags: ,
Vorige
Actueel

Gerelateerde berichten

bankendiscriminatie College voor de Rechten van de Mens uitspraak

ING discrimineert klanten op basis van hun afkomst bij transactiecontroles

Het College voor de Rechten van de Mens (hierna: College) heeft op 25 juli 2024 geoordeeld dat de ING discrimineert in controles naar terrorismefinanciering. De bank bevroor onterecht rekeningen van klanten en stelde hen extra vragen over transacties, enkel vanwege hun achternaam of het vermelden van een zogenaamde ‘niet-Nederlands klinkende’ naam in de omschrijving. Dit […]

beslising bezwaar demonstratierecht
juli 12, 2024 Demonstratierecht

KOZP en NLWB krijgen gelijk na bezwaarzaak over demonstratie Slochteren

Kick Out Zwarte Piet (KOZP) en Stichting Nederland Wordt Beter (NLWB) hebben op 25 november 2023 in Slochteren vreedzaam gedemonstreerd tegen de discriminerende onderdelen van de Sinterklaasoptocht aldaar. De burgemeester van Midden-Groningen had verschillende beperkingen opgelegd aan deze demonstratie. De burgemeester had dat gedaan uit vrees voor wanordelijkheden. KOZP en NLWB vonden deze vrees onterecht […]

PILP in het nieuws uitspraak woonwagenbeleid
juli 9, 2024 Woonwagenbeleid

Woonwagenbewoners Den Haag in de Volkskrant

Door discriminerend woonwagenbeleid moeten Sinti, Roma en Reizigers in Den Haag soms een mensenleven wachten op een standplaats, aldus de Volkskrant. In het artikel van de Volkskrant vertelt een van de bewoners ook dat zijn woonwagenkamp al jaren geleden onleefbaar is verklaard. Het komt vaker voor dat woonwagenkampen staan in omgevingen die ongewenst en onleefbaar […]

Gerelateerde berichten

Onze Dossiers

Onze Dossiers

Steun ons werk

PILP is de juridische bondgenoot van maatschappelijke organisaties, bewegingen, gemeenschappen en activisten die zich inzetten voor mensenrechten. Uw donatie stelt ons in staat om deze dienst te blijven leveren.