Het demonstratierecht is vastgelegd in verschillende internationale (mensenrechten)verdragen, de Nederlandse Grondwet en andere wetgeving. Hieruit volgt dat de overheid de plicht heeft het demonstratierecht te respecteren, beschermen en verwezenlijken. Maar het demonstratierecht en daarmee samenhangende vrijheid van meningsuiting staat wereldwijd, ook in Nederland, onder druk.
Overheden moeten zich tot het uiterste inspannen om demonstraties te faciliteren en te beschermen, maar demonstraties worden te vaak voornamelijk gezien als een risico voor de openbare orde, in plaats van als de uitoefening van een mensenrecht. Overheden schieten regelmatig te kort in het waarborgen van dit fundamentele recht. Veel organisatoren en demonstranten worden geconfronteerd met problematische inperkingen en belemmerende voorschriften en regels.
PILP maakt zich hier zorgen over, omdat demonstraties cruciaal zijn voor de democratische rechtsstaat. De geschiedenis laat zien dat het demonstratierecht essentieel is om maatschappelijke verandering te bewerkstelligen. Denk aan het stemrecht voor vrouwen, LHBTI+ rechten, et cetera. Bovendien is demonstreren een recht, geen gunst.
Ook advocaten, wetenschappers en NGO’s als Amnesty International en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten maken zich zorgen over deze ontwikkelingen. In 2018 heeft de Nationale Ombudsman een kritisch rapport geschreven en in 2022 heeft Amnesty International Nederland een rapport uitgebracht waarin zij stelt dat het demonstratierecht onder druk staat en dat de regels en de praktijk in Nederland beter moeten.