In maart 2024 heeft de Woonbond zich, gesteund door advocaten van PILP, gevoegd in een rechtszaak van particuliere verhuurders tegen de Nederlandse Staat. Deze verhuurders, verenigd in de Stichting Fair Huur voor verhuurders (hierna: “Fair Huur”), hebben de Staat aangeklaagd over de zogenaamde ‘WOZ-cap’. De WOZ-cap is een instrument van huurprijsbescherming, waardoor huurwoningen minder makkelijk in de vrije sector kunnen worden verhuurd. De verhuurders willen van de ‘cap’ af, omdat zij vinden dat deze maatregel in strijd is met hun recht op eigendom. De Woonbond komt in deze rechtszaak op voor de belangen van huurders en woningzoekenden. Nu heeft de Woonbond een conclusie van antwoord ingediend, waarin de bond reageert op de stellingen van Fair Huur.
De WOZ-cap is bedoeld om huurders te beschermen tegen woekerprijzen. In 2015 werd de WOZ-waarde onderdeel van het woningwaarderingsstelsel (‘WWS’). Het WWS is bedoeld om het verband tussen kwaliteit en prijs van een woning te waarborgen. Dit stelsel bepaalt, aan de hand van allerlei factoren, of woningen in de vrije sector verhuurd mogen worden. Door de invloed van de WOZ als één van de factoren kwamen er echter vooral in de grote steden, steeds meer dure vrije sector woningen en steeds minder betaalbare huurwoningen. De WOZ-cap is bedoeld om deze effecten enigszins te temperen. Lees meer over de WOZ-cap hier.
In haar conclusie van antwoord voert de Woonbond onder meer aan dat de WOZ-cap een groot maatschappelijk belang dient, namelijk het belang van betaalbare huisvesting en huurdersbescherming.
“Huurprijsstijgingen hebben een grote impact op de levens van huurders in de vrije sector. De hoge huren leiden tot geldproblemen, uitgestelde levenskeuzes en emotionele stress”, aldus de Woonbond in de conclusie van antwoord.
Vrije sector huurders hebben door de torenhoge huren steeds minder financiële ruimte voor andere uitgaven, zoals sport, sparen of ontspanning.
Ook legt de Woonbond in de conclusie uit dat de WOZ-cap niét in strijd is met het recht op eigendom van particuliere verhuurders. Bovendien, stelt de Woonbond, moet de rechter niet alleen het eigendomsrecht, maar ook het recht op huisvesting meenemen in haar beoordeling. De Staat heeft de plicht om dit mensenrecht te verwezenlijken, en te zorgen voor voldoende én betaalbare huisvesting.
Lees hier de volledige conclusie van antwoord van de Woonbond in deze zaak.
Op 2 december 2024 zal deze zaak behandeld worden door de rechtbank Den Haag.