Zitting in rechtszaak over demonstratierecht bij Raad van State
Dinsdag 6 mei 2025 staan twee klimaatorganisaties tegenover de gemeente Heerlen in een belangrijke rechtszaak over het demonstratierecht. De burgemeester van Heerlen verbood onder andere muziek en optredens tijdens hun demonstratie, omdat dit het protest “het karakter van een evenement zou geven”. Burgemeesters mogen zich volgens het recht op protest echter niet met de inhoud of vorm van een demonstratie bemoeien. De rechtmatigheid van deze en andere beperkingen wordt nu voorgelegd aan de hoogste bestuursrechter.
Wat er vooraf ging
In maart 2021 organiseerde Klimaatcoalitie Parkstad, als onderdeel van het landelijke Klimaatalarm, een protest in de gemeente Heerlen. Het Klimaatalarm was een decentraal protest op initiatief van de Klimaatcrisis Coalitie – een groep van 11 landelijke organisaties, waaronder Milieudefensie.
De gemeente Heerlen legde aan dit protest echter een groot aantal beperkingen op. Zo werden onder andere muziek en optredens verboden, moesten de namen van de sprekers van tevoren worden doorgegeven, en werd de organisatie verantwoordelijk gehouden voor het schoon achterlaten van de locatie én voor eventuele schade. Samen met Milieudefensie besloot Klimaatcoalitie Parkstad om de zaak aan de rechter voor te leggen.
In 2023 gaf de rechtbank Limburg de klimaatorganisaties op de meeste punten gelijk, behalve over het verbod op muziek en optredens en de opruim- en schadevergoedingsplicht. Op die punten hebben zij daarom hoger beroep ingesteld.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State – de hoogste bestuursrechter – moet nu over de zaak beslissen. De gemeente Heerlen is overigens ook in hoger beroep gegaan.
Waar gaat de zitting over?
Burgemeesters mogen beperkingen opleggen aan een protest, maar alleen als die gebaseerd zijn op de wet en in lijn zijn met de mensenrechten. Deze beperkingen moeten noodzakelijk en proportioneel zijn.
De Afdeling moet zich nu buigen over de vraag of het verbod op muziek en optredens aan deze vereisten voldoet. Volgens de gemeente Heerlen zou de demonstratie zonder dit verbod een “aanzuigende werking” hebben, en “het karakter krijgen van een evenement”. Dit gaat in tegen de kern van het recht op protest, omdat een demonstratie juist bedoeld is om anderen te inspireren en motiveren. Ook het verhalen van schade op de organisatie is in strijd met internationaal recht. Een dergelijke voorwaarde verhoogt namelijk de drempel om demonstraties te organiseren, en heeft daarom een ‘chilling effect’.
Lotte Keularts van Klimaatcoalitie Parkstad: “We hebben erg lang moeten wachten op deze zitting, maar het belang is groot. Het demonstratierecht staat in heel Nederland onder druk. Wij vinden het belangrijk dat deze beperkingen van ons grondrecht door de hoogste instantie getoetst worden. Hopelijk schept dit niet alleen duidelijkheid voor de gemeente Heerlen, maar ook voor andere gemeentes.”
Klimaatcoalitie Parkstad en Milieudefensie worden in deze zaak bijgestaan door advocaten van Stichting PILP. Lees het hoger beroepschrift hier.
De openbare zitting is op dinsdag 6 mei 2025 om 11.30 uur bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State aan de Kneuterdijk 22 te Den Haag.