Het recht op huisvesting speelde een belangrijke rol in een rechtszaak over huisuitzettingen in de Tweebosbuurt in Rotterdam.
De Tweebosbuurt is een buurt in de Afrikaanderwijk op Rotterdam-Zuid. Het is een buurt met veel sociale huurwoningen. In september 2020 deelde woningcorporatie Vestia aan bewoners mee dat de buurt gesloopt zou gaan worden. De meeste sociale huurwoningen maken daarbij plaats voor duurdere woningen, zodat het voor een groot deel van de bewoners niet mogelijk is om naar de buurt terug te keren. De sloop van de buurt past volgens Vestia binnen het Rotterdamse woonbeleid. Dat is vormgegeven in de Woonvisie 2030.
De Woonvisie 2030 heeft als doel om de “sociaaleconomische balans” in de stad te veranderen ten gunste van midden- en hogere inkomensgroepen. Arme(re) mensen zijn dus minder welkom in de stad. Ondanks de landelijke wooncrisis is het Rotterdamse huisvestingsbeleid er op gericht om de voorraad goedkope woningen terug te dringen. Volgens de Woonvisie moeten er in 2030 13,500 betaalbare huizen zijn gesloopt. Dit beleid kan tot gevolg hebben dat mensen met lage inkomens, waaronder naar verhouding veel mensen met een migratieachtergrond, gedwongen worden de stad te verlaten.
Een deel van de bewoners van de Tweebosbuurt was het niet eens met de sloop van hun woningen, en weigerde hun woning te verlaten. Om dat af te dwingen stapte Vestia naar de rechter. In januari 2020 besliste de Rotterdamse kantonrechter in een deel van de zaken dat de bewoners niet uit hun huizen mochten worden gezet. Daarbij verwees de rechter expliciet naar het grondrecht op huisvesting, en stelde dat Vestia niet had laten zien dat dit recht “voor alle bewoners van de Tweebosbuurt in het bijzonder en voor alle personen met een smalle beurs in het algemeen voldoende is gewaarborgd.”
In april 2021 stuurden vijf VN Speciale Rapporteurs, waaronder de VN Speciale Rapporteur voor het recht op huisvesting, een zeer kritische brief naar de gemeente Rotterdam. In deze brief spreken de Rapporteurs hun zorgen uit over een (dreigende) schending van het recht op huisvesting en het recht op non-discriminatie door het Rotterdamse woonbeleid. De VN Speciale Rapporteurs gaan ook in op de situatie in de Tweebosbuurt. Desondanks begon Vestia, terwijl ook nog geen uitspraak was gedaan in hoger beroep, al met de sloop van de leegstaande woningen in de buurt.
Amicus Curiae door PILP
De casus van de Tweebosbuurt raakt aan de kern van het recht op huisvesting. Het is volgens PILP dan ook belangrijk dat er voldoende gewicht wordt toegekend aan dit fundamentele mensenrecht in de rechtszaken over de huisuitzettingen in de Tweebosbuurt.
PILP heeft daarom een amicus curiae (een soort opiniebrief) geschreven aan het gerechtshof Den Haag. In deze brief zet PILP uiteen wat belangrijke elementen zijn van het recht op huisvesting, en hoe deze elementen meegewogen kunnen worden binnen de rechtszaak.
De rechtszaak over de huisuitzettingen in de Tweebosbuurt vond plaats binnen de juridische kaders van het huurrecht. Volgens PILP moet het recht op huisvesting een belangrijke rol spelen in de belangenafweging die volgens de huurrechtelijke normen moet plaatsvinden. Op 23 november 2021 deed het gerechtshof Den Haag uitspraak in de laatst overgebleven zaak over de Tweebosbuurt van een 84-jarige bewoner. Helaas heeft het hof de mensenrechtelijk argumenten van PILP daarin niet willen meenemen. Het hof beviel dat ook deze laatste bewoner zijn woning in de buurt moest verlaten.