Studenten van de master Staats- en Bestuursrecht aan de Universiteit Leiden stelden een rapport op in opdracht van Stichting PILP over openbaarheid.
Een van hun conclusies is dat het demonstratierecht niet alleen geldt op openbare plaatsen, maar ook op semi-openbare locaties zoals NS-stations. En op de NS rust ook een positieve verplichting om het demonstratierecht te faciliteren.
Dat geldt met name als geen realistisch alternatief voor de locatie bestaat.
Het advies richt zich specifiek op NS-stations, maar de conclusies zijn in belangrijke mate ook toepasbaar op andere locaties zoals luchthavens, universiteiten en winkelcentra.
Glijdende schaal van openbaarheid
In dit advies wordt geconcludeerd dat de openbaarheid van een locatie niet bepalend is voor het toetsingskader, maar wel een belangrijke rol speelt in de belangenafweging. Daarbij moet worden gekeken naar de mate van openbaarheid op een glijdende schaal tussen volledig private en volledig publieke plekken. Voor NS-stations geldt dat poortjes geen doorslaggevend verschil maken; relevant is vooral dat stations een publieke functie vervullen en doorgaans vrij toegankelijk zijn.
Het juridisch advies bevat ook vijf factoren die van belang zijn bij de beoordeling van demonstraties op semi-openbare locaties.
De masterstudenten van de Universiteit Leiden concluderen dat beperkingen alleen mogelijk zijn wanneer deze daadwerkelijk noodzakelijk en proportioneel zijn, en dat het demonstratierecht ook op semi-openbare locaties beschermd moet worden.
Lees hier het volledige advies: Het demonstratierecht op semi-openbare locaties, met bijzondere aandacht voor NS-stations.