Amnesty International Nederland en zes individuen hebben de gemeente Amsterdam gedagvaard vanwege het algehele demonstratieverbod dat van 8 tot en met 14 november 2024 gold. Stichting PILP vertegenwoordigt hen in deze civiele zaak.
Lees hieronder het volledige nieuwsbericht van Amnesty International Nederland:
“Een algeheel demonstratieverbod is een paardenmiddel,” aldus Dagmar Oudshoorn, directeur van Amnesty International Nederland. “Nooit eerder in de afgelopen decennia heeft er in Nederland voor zo’n lange periode een algeheel verbod gegolden.”
Op 8 november 2024 vaardigde de burgemeester van Amsterdam met twee noodverordeningen een algeheel demonstratieverbod uit. Dit deed zij in reactie op ongeregeldheden en incidenten rond de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv. Van 8 tot en met 14 november 2024 gold er een demonstratieverbod in de hoofdstad. De eerste drie dagen mocht niemand onder welke omstandigheden dan ook demonstreren. De volgende drie dagen was het alleen mogelijk om te demonstreren door een ontheffing van het verbod aan te vragen. Deze mogelijkheid tot het verkrijgen van een ontheffing bracht de gemeente in de publieke communicatie overigens nergens onder de aandacht.
Volgens de Nederlandse wet en de mensenrechtenverdragen heeft de overheid de plicht demonstraties te beschermen en faciliteren. Het uitgangspunt is dat iedere demonstratie afzonderlijk moet worden beoordeeld. Alleen onder zeer strenge voorwaarden mag een specifieke demonstratie beperkt of – in het uiterste geval – verboden worden.
Niet noodzakelijk en disproportioneel: demonstratieverboden waren onrechtmatig
Amnesty stapt naar de rechter omdat duidelijk moet worden dat zo’n vergaand verbod, in de gegeven omstandigheden, nooit gerechtvaardigd kan zijn. De Wet openbare manifestaties biedt geen grondslag voor een algeheel demonstratieverbod. Het vooraf verbieden van alle demonstraties in de hele hoofdstad is niet proportioneel. Bovendien was het gezien de omstandigheden niet noodzakelijk.
“Er was geen sprake van bestuurlijke overmacht. Er was genoeg politie om de demonstraties op te breken, waarom zou er dan niet voldoende politie zijn geweest om de demonstraties te faciliteren?”, aldus Dagmar Oudshoorn. “Daarnaast hadden de geweldsincidenten in de stad niets met demonstraties te maken. Op andere escalaties rondom voetbalwedstrijden volgde nooit eerder een demonstratieverbod,” aldus Dagmar Oudshoorn.
Amnesty International uitte eerder al zorgen over burgemeesters die demonstraties verbieden via noodwetgeving, terwijl juist in tijden van maatschappelijke spanningen er veel ruimte moet zijn voor een vreedzame uitlaatklep.
Eisers
Amnesty Nederland voert deze rechtszaak niet alleen. Zes individuen, allen geraakt door het verbod, hebben zich aangesloten bij deze zaak. Hun verhalen laten zien hoe de demonstratieverboden het demonstratierecht ondermijnen. Vier van hen waren op de Dam terwijl de noodverordeningen golden.
Mede-eiser Mohamed (25) demonstreerde op woensdag 13 november vreedzaam tegen de genocide in Gaza én tegen het demonstratieverbod. De politie verplaatste hem naar het Westelijk Havengebied, waar hij slachtoffer werd van (ernstig) politiegeweld. “Volgens de gemeente werden de demonstraties als risicovol beschouwd, maar mijn vraag is: risicovol in welk opzicht? Vreedzaam protest is nooit een risico voor de samenleving geweest,” aldus Mohamed.
Een andere mede-eiser wilde eigenlijk demonstreren. Ze had zich al vaker uitgesproken tegen de genocide in Gaza en het uitblijven van maatregelen tegen Israël. Maar uit angst voor mogelijke strafrechtelijke gevolgen en het eventuele optreden van de politie, durfde ze uiteindelijk niet te demonstreren vanwege het verbod.
“Het onrechtmatig handelen door de gemeente schrikt burgers af om te gaan demonstreren. Dat zet het demonstratierecht ernstig onder druk,” aldus Dagmar Oudshoorn.
Amnesty International en de mede-eisers worden vertegenwoordigd door Stichting PILP, waarvan advocaten Jelle Klaas en Merel Hendrickx de zaak behandelen.
“Nog niet eerder is er op deze manier een rechtszaak gevoerd over zo’n vergaand demonstratieverbod. Het gaat om zo’n evidente schending van het demonstratierecht dat het goed is dat de rechter zich hierover gaat buigen. We hebben vertrouwen in een goede afloop,” aldus Jelle Klaas.
Ajax – Maccabi Tel Aviv
De gemeente Amsterdam stond vanwege de ernstige incidenten rond de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv onder grote nationale en internationale druk en er was veel maatschappelijke ophef. Maar het bestaan van maatschappelijke onrust rechtvaardigt niet een dusdanige inbreuk op het demonstratierecht. De ongeregeldheden waren bovendien in de vroege ochtend van 8 november weer voorbij. Het was op basis van de, ook toen bekende, feiten niet nodig om alle demonstraties op voorhand te verbieden voor meerdere dagen. De gemeente had minder verregaande maatregelen kunnen nemen. Zoals, uiteraard met onderbouwing, een demonstratieverbod voor bepaalde delen van de stad, voor een bepaalde dag of voor heel grote demonstraties.
“Burgemeester mogen ook iets van de samenleving verwachten: het publiek, opiniemakers, politici en bewindspersonen moeten pal staan voor het demonstratierecht. Juist wanneer de internationale druk zo groot is, is het van wezenlijk belang dat zij juist burgemeesters steunen en ruim baan bieden voor vreedzaam protest,” aldus Dagmar Oudshoorn.
Demonstreren is geen gunst
Amnesty Nederland en de mede-eisers willen dat een rechter oordeelt dat de gemeente Amsterdam onrechtmatig heeft gehandeld door de algehele demonstratieverboden uit te vaardigen. Daarmee willen zij voorkomen dat dit in de toekomst vaker gebeurt. “Demonstreren is een recht, geen gunst. Een recht dat niet uit- of aangezet kan worden. Nu niet, en in de toekomst niet,” zegt Dagmar Oudshoorn.
Klik hier voor meer informatie over deze zaak.