PILP staat FNV bij in een kort geding over een long covidregeling voor zorgmedewerkers. Vakbonden FNV en CNV hebben vandaag een kort geding dagvaarding gestuurd. De vakbonden eisen dat de overheid zorgmedewerkers, die vanwege de ziekte long covid arbeidsongeschikt zijn geraakt, op korte termijn financieel compenseert. De overheid weigert tot op heden hulp te bieden om de urgente financiële nood die bij deze zorgmedewerkers is ontstaan, weg te nemen. Ondanks herhaaldelijke gesprekken met beide vakbonden in de afgelopen twee en een half jaar over de invulling van een concrete regeling. FNV en CNV vinden dat de Staat onrechtmatig handelt en eisen nu via een kort geding een voorschot van 22.839 euro per slachtoffer. De Staat moet binnen vier weken een instantie aanwijzen die de uitvoering hiervan op zich zal nemen.
Kitty Jong, vicevoorzitter FNV: ‘Zorgpersoneel moest tijdens de coronapandemie doorwerken, terwijl er niet voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar waren, omdat de Staat niet voldoende was voorbereid op een pandemie. Later bleek dat de Staat al voor de uitbraak herhaaldelijk was gewaarschuwd, maar te laat en niet voldoende maatregelen trof. Ook werd een notitie van het RIVM over onvoldoende beschermingsmiddelen én een groot risico op besmetting voor zorgmedewerkers, niet gedeeld met de ziekenhuizen.’
De Staat voldeed niet aan zorgplicht
Gaby Perin-Gopie, voorzitter CNV Zorg & Welzijn: ‘Bovendien werden de RIVM-richtlijnen continu aangepast, en waren die regelmatig in strijd met bestaande richtlijnen en internationale verdragen. De schaarste van schorten, mond-neusmaskers en spatschermen werden leidend in de uitgevaardigde richtlijnen en niet de veiligheid en gezondheid van zorgpersoneel, zoals vastgelegd in de arbowetgeving. FNV en CNV zijn van mening dat de Staat daarmee in strijd met het voorzorgsbeginsel heeft gehandeld. De Staat heeft niet voldaan aan haar zorgplicht om de levens en gezondheid van de zorgmedewerkers voldoende te beschermen.
Duizenden zorgmedewerkers zijn tijdens de uitvoering van hun werk besmet geraakt met het coronavirus, een flinke groep hield daar long covid aan over. Door hun ziekte konden zij hun oude werk niet meer uitvoeren en inmiddels zijn ongeveer 1.000 zorgmedewerkers hierdoor arbeidsongeschikt geraakt en ontslagen. Door het verlies aan inkomsten van 30% – 50% komt een steeds groter deel van hen in acute financiële problemen. Doordat ook de kosten voor hun revalidatietraject vaak maar tijdelijk vergoed worden, stoppen ze ermee en is er nog minder zicht op herstel. Deze zorghelden die in de frontlinie stonden, hebben twee jaar later niet alleen te kampen met een slechte gezondheid, waardoor zij niet meer op een normale manier kunnen leven. Zij maken zich nu ook zorgen over hun eerste levensbehoeften. Helemaal in deze tijd van prijsstijgingen. Een deel van hen is inmiddels aangewezen op de voedselbank. Andere slachtoffers hebben hun huis moeten verkopen. FNV en CNV vinden de dat overheid niet alleen moreel, maar ook juridisch verplicht is deze zorgmedewerkers op korte termijn financieel tegemoet te komen.
Voorschot
Om in ieder geval de komende tijd hun financiële nood te kunnen overbruggen, vorderen de bonden per gedupeerde een voorschot van € 22.839,- op de vergoeding van de door hen geleden schade. Dit bedrag komt overeen met de financiële regeling bij andere beroepsziekten, zoals bij mesothelioom (asbestkanker), OPS (Schildersziekte) en stoffengerelateerde beroepsziekten. Zowel COVID-19 als Long Covid zijn beide erkende beroepsziekten. Ruim twee jaar pleitte de FNV voor een fonds met een zelfde bedrag als tegemoetkoming, waar geen juridisch proces aan vooraf hoefde te gaan. In mei 2022 stuurde CNV een sommatie naar de Nederlandse Staat over een schadevergoeding voor de slachtoffers. Omdat de overheid alle verantwoordelijkheid van zich afschuift, hebben de bonden de handen ineen geslagen en de tegemoetkoming van € 22.839 omgezet in een voorschot van een schadevergoeding en per kort geding opgeëist. Dit bedrag kan later hoger uitvallen als de volledig geleden schade bekend is.
Rol ministerie van VWS
Ruim twee en een half jaar hebben er gesprekken plaatsgevonden tussen de voormalige en huidige ministers van VWS en de vakbonden. Afgelopen zomer is er zelfs met en over instanties gesproken die een regeling zouden kunnen uitvoeren. Ook werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen om zorgmedewerkers met long covid financieel te compenseren. Afgelopen september vroeg minister Helder van Langdurige Zorg om voorlichting bij de Raad van State voor een eventuele financiële tegemoetkoming. Daarop ontving zij een positief antwoord. Niets leek een regeling dus meer in de weg te staan. Echter, in december publiceerde minister Helder een brief, waarin zij aangaf dat als vakbonden en werkgevers samen tot een regeling zouden kunnen komen, zij een gemaximeerde bijdrage in 2023 zou leveren.
Dit voorstel schoot in het verkeerde keelgat bij de bonden. De kans van slagen van zo’n collectieve regeling is nihil, onder meer omdat er al onvoldoende geld in de zorg is om werknemers een redelijk salaris te bieden. Ook versterkt dit het gevoel van de bonden dat minister Helder opzettelijk met vertragende voorstellen komt. Daarnaast vallen de ontslagen medewerkers niet meer onder een werkgever. Zij ontvangen inmiddels een uitkering van het UWV. Bovendien is het door de overheid voorschrijven van randvoorwaarden voor overleg tussen werkgevers en vakbonden een inbreuk op de vrijheid van onderhandeling van vakbonden.
Afbakening
FNV en CNV willen een collectieve schadevergoeding voor zorgmedewerkers die in 2020 bij de uitvoering van hun werkzaamheden besmet zijn geraakt met COVID-19, daar long covid door opliepen en als gevolg daarvan al meer dan twee jaar minder of helemaal niet meer kunnen werken. Naar verwachting gaat het nu al om rond de 1.000 zorgmedewerkers, waarvan de bonden met het grootste deel contact hebben. Meer dan 500 zorgmedewerkers zijn inmiddels gekeurd door het UWV en verloren hun baan en inkomen. De groep zal echter toenemen, omdat er momenteel wachttijden tot 9 maanden gelden bij het UWV.
Mocht de rechter op dit moment nog geen schadevergoeding toekennen, dan vragen FNV en CNV de rechter de Staat te dwingen opnieuw met de bonden in overleg te treden om zo snel mogelijk tot een goede regeling te komen, die aan de voorwaarden van de vakbonden voldoet.
PILP zal in deze zaak optreden als advocaat van het FNV. De dagvaarding is opgemaakt in samenwerking met mr. M. Kingma van Höcker Advocaten en mr. P. Leermakers van BrandMR die optreden als advocaten van CNV.
Lees meer over deze zaak hier.