‘Als de informatie die de politie, de Belastingdienst, de bureaus voor sociale zekerheid, de gezondheidszorg en andere instanties hebben verzameld, in één bestand zou worden bijeengebracht, zou de vrijheid van het individu ernstig in gevaar komen. Het dossier met privé-informatie is het embleem van de totalitaire staat.’
– Baron Browne-Wilkinson, voormalig vice-voorzitter van het Engelse Hooggerechtshof, 1991
SyRI is een risicoprofileringssysteem, gebruikt door de Nederlandse overheid, dat grote hoeveelheden persoonsgegevens van burgers koppelde en analyseerde. Bijvoorbeeld gegevens over identiteit, arbeid, roerende en onroerende goederen, onderwijs, pensioen, onderneming, inkomen en vermogen, pensioen en schulden. En daarmee hield de lijst nog niet op. SyRI, een instrument dat gebaseerd was op artikel 64 en artikel 65 van de Wet SUWI, werd ingezet voor het voorkomen en bestrijden van misbruik van sociale zekerheidsvoorzieningen, het voorkomen en bestrijden van belasting- en premiefraude en het niet naleven van arbeidswetten.
Het profileren van burgers door SyRI leidde tot risicomeldingen: zogenaamde “verwonderadressen” met een verhoogd risico op fraude. Deze mensen werden in een register opgenomen en konden vervolgens worden onderworpen aan strafrechtelijke en bestuurlijke onderzoeken en sancties. Elke inwoner van Nederland was voor de overheid door SyRI ‘bij voorbaat verdacht’.
De rechtszaak tegen SyRI
Een coalitie van maatschappelijke organisaties en auteurs Tommy Wieringa en Maxim Februari begonnen in 2014, onder coördinatie van PILP, een strategische procedure over SyRI tegen de Nederlandse Staat. Met deze rechtszaak wilden zij SyRI een halt toe roepen. De manier waarop de overheid met SyRI grote hoeveelheden data inzette tegen haar burgers was ongekend, ondemocratisch en kende ernstige mensenrechtelijke bezwaren. Leer meer over deze procedure onder ‘Gerelateerde Rechtszaken’ hiernaast.
Hoewel de aanname van de wet die SyRI mogelijk maakte in 2014 vrij geruisloos was verlopen, zwol de discussie over de rechtmatigheid van het systeem aan na aankondiging van de rechtszaak. De inzet van SyRI in twee wijken in Rotterdam-Zuid leidde begin 2019 tot protest onder de inwoners en discussie in de gemeenteraad. Niet veel later trok burgemeester Aboutaleb de stekker uit het onderzoek; de gemeente en het ministerie werden het niet eens over de wettelijke grondslag. In juni 2019 onthulde de Volkskrant dat SyRI sinds haar invoering nog niet één fraudeur had opgespoord. In oktober 2019 schreef VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten Philip Alston in een kritische amicus curiae (een brief als ‘vriend van de rechter’) aan de rechtbank grondige twijfels te hebben bij de rechtmatigheid van SyRI. De rechtszaak tegen SyRI was volgens hem van internationaal belang voor het gebruik van digitale technologieën in een verzorgingsstaat en de gevolgen hiervan voor de rechten van de meest kwetsbare burgers. De betrokkenheid van de VN-rapporteur was veel in het nieuws, bijvoorbeeld bij Nieuwsuur. Eind november 2019 won SyRI de Expertprijs van de Big Brother Awards.
Meer lezen?
Het Digital Freedom Fund steunde de SyRI-procedure en schreef hierover een casenote. Merel Hendrickx van PILP en Tijmen Wisman van Platform Bescherming Burgerrechten schreven samen een blog en PILP collega Nawal Mustafa schreef een artikel over onder andere de SyRI zaak voor de website van het Digital Freedom Fund.
Ook De Correspondent, The New York Times, NRC Trouw, RTL Nieuws, FD, Telegraaf, The Guardian, Privacy International, NOS, Volkskrant besteedde aandacht aan de SyRI-procedure.
Maxim Februari en Tommy Wieringa schoven aan bij de talkshow Beau en Tommy Wieringa waarschuwde voor SyRI in zijn Kousbroeklezing.