Op 24 september 2025 heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan over het demonstratierecht. De zaak ging over een Klimaatprotest in de gemeente Heerlen, dat in 2021 plaatsvond tijdens de Covid-19 pandemie. Het protest was onderdeel van het landelijke Klimaatalarm, en werd georganiseerd door Klimaatcoalitie Parkstad en Milieudefensie.
Wat speelde er
De burgemeester van Heerlen verbood onder andere muziek en optredens tijdens de demonstratie, omdat dit het protest “het karakter van een evenement zou geven”. Ook moesten de organisatoren van tevoren de namen van sprekers doorgeven, moesten zij zelf handhaven als er meer dan 200 mensen zouden verschijnen, en mochten zij het verkeer niet hinderen. Daarnaast werden zij verantwoordelijk gehouden voor het opruimen van de protestlocatie en voor eventuele schade.
De rechtbank Limburg had in 2023 geoordeeld dat drie van de zes opgelegde beperkingen onrechtmatig waren. Zo achtte de rechtbank de aan de organisatie opgelegde verplichting om tijdig namen van de sprekers door te geven in strijd met het demonstratierecht.
De rechtbank had de organisaties echter ongelijk gegeven over het verbod op muziek en de opruim- en schadeverplichting. Daartegen gingen zij in hoger beroep bij de Raad van State. De burgemeester van Heerlen stelde ook hoger beroep in.
Wat oordeelt de Raad van State
De Raad van State stelt de klimaatorganisaties deels in het gelijk. Zo had de burgemeester de organisatoren niet verantwoordelijk mogen maken voor het wegsturen van deelnemers, en moet enige verkeershinder worden geduld. Het is immers inherent aan demonstraties dat deze, in zekere mate, verstorend zijn.
Op andere punten zijn de organisaties echter in het ongelijk gesteld. Zo bepaalt de Raad van State dat het verbod op muziek gerechtvaardigd was, gelet op de uitzonderlijke context van de Covid-19 pandemie en de bescherming van de volksgezondheid. Ook stelt de Raad van State dat de verplichting om vooraf namen van sprekers aan de gemeente door te geven, niet raakt aan de inhoud van de demonstratie.
De klimaatorganisaties vinden deze beide overwegingen zeer problematisch. Zowel het gebruik van muziek als de namen van sprekers raken aan de kern van het demonstratierecht. De namen van sprekers zijn onlosmakelijk verbonden met de boodschap en inhoud van een demonstratie. En ook muziek is een wezenlijk onderdeel van het recht op protest, juist omdat een demonstratie bedoeld is om anderen te inspireren en motiveren.
De uitspraak van de Raad van State is hier te vinden.