In november 2024 stelde de burgemeester van Amsterdam een algeheel demonstratieverbod in, dat zes dagen gold voor de hele stad. Aanleiding waren gewelddadige, racistische en antisemitische incidenten rond de voetbalwedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv. Volgens de burgemeester was het verbod nodig om de orde te handhaven, maar volgens ons ging deze maatregel veel te ver.
Namens Amnesty International Nederland en zes burgers die door het verbod direct zijn geraakt, zijn wij een civiele rechtszaak gestart tegen de gemeente. Een totaalverbod op demonstraties, zonder onderscheid in onderwerp, locatie of vorm, is een vergaande inperking van het demonstratierecht. Dat mag alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden, en alleen als minder vergaande maatregelen onvoldoende zijn.
De eerste drie dagen gold er een volledig verbod. Daarna was er formeel een ontheffingsmogelijkheid, maar die werd niet gecommuniceerd. Feitelijk bleef het verbod dus voor iedereen gelden.
Deze zaak gaat niet over de inhoud van specifieke demonstraties, maar over de vraag: mag een burgemeester via noodverordeningen op voorhand alle demonstraties verbieden? Volgens ons niet. De Wet openbare manifestaties biedt het juiste kader, en vereist dat per demonstratie wordt gekeken of een beperking noodzakelijk is. Noodrecht mag alleen als het echt niet anders kan.
Het is de eerste keer dat een civiele rechter zich over zo’n breed demonstratieverbod buigt. De uitspraak zal belangrijk zijn voor iedereen die gebruik wil maken van het recht op vreedzaam protest en richting geven aan hoe burgemeesters in de toekomst met dit recht moeten omgaan.