Toen de Klimaatcoalitie Parkstad op 14 maart 2021 een demonstratie in Heerlen wilde organiseren, werd haar door de burgemeester onder andere verboden om poëzie op te dragen of een zelfgeschreven klimaatlied ten gehore te brengen. De burgemeester mag zich echter niet met de inhoud of vorm van een demonstratie bemoeien.
PILP heeft namens de organisatoren op verschillende punten bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de burgemeester. In bezwaar hield de burgemeester echter voet bij stuk. Zo zou het verbod op optredens bijvoorbeeld mede bedoeld zijn om voorbijgangers te ontmoedigen zich aan te sluiten bij de demonstratie. Echter, één van de doelen van een demonstratie is juist om anderen te inspireren en te motiveren. Dit verbod is daarom niet in lijn met het demonstratierecht en niet proportioneel. Daarom zijn de organisatoren tegen deze én andere beperkingen, met ondersteuning van PILP, in beroep gegaan.
Uitspraak rechtbank
Op 5 september 2023 deed de rechtbank Limburg uitspraak. De rechtbank oordeelde dat drie van de zes opgelegde beperkingen onrechtmatig waren. Zo achtte de rechtbank de aan de organisatie opgelegde verplichting om tijdig namen van de sprekers door te geven in strijd met het demonstratierecht. Ook kon de verplichting over het niet hinderen van het verkeer geen stand houden, aangezien enige verkeershinder bij een demonstratie moet worden geduld.
Hoger beroep
De organisatoren hebben op twee punten waarop zij ongelijk kregen inmiddels hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Zij kunnen zich niet vinden in het oordeel van de rechtbank Limburg over het verbod tot muziek en optredens. Ook menen zij dat de rechtbank hen onterecht niet-ontvankelijk heeft verklaard met betrekking tot de verplichting tot het schoon achterlaten van de locatie, én wat betreft de door de burgemeester aan hen opgelegde verantwoordelijkheid voor eventuele kosten en schade.
De gemeente Heerlen heeft ook hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg.