In 2015 is de gemeente Amsterdam de ‘Top400’ gestart, een misdaadpreventieprogramma waarmee de gemeente en ketenpartners zich structureel mengen in de levens van kinderen en jongvolwassenen. De Top400 volgt op de Top600 uit 2011, dat zich richt op jongeren die eerder veroordeeld zijn voor een delict.
De Top400 is een lijst van ‘high potential’ kinderen en jongeren die niet zijn veroordeeld voor high-impact delicten (in tegenstelling tot de Top600). De kinderen en jongeren worden gevolgd door, onder andere, de gemeente Amsterdam, de politie, GGD en de jeugdbescherming. Er wordt een regisseur aan hen toegewezen die, onder andere, hun voortgang bespreekt binnen een kernteam van ketenpartners. Het doel van de Top400 aanpak is volgens de gemeente om te voorkomen dat deze jongeren in aanraking komen met de politie rond high-impact delicten.
Voor de plaatsing op de Top400-lijst zijn criteria ontwikkeld waaraan de kinderen en jongeren moeten voldoen. Ook is het zogenaamde ‘ProKid+’-algoritme gebruikt om de lijst aan te vullen en 125 kinderen en jongeren op de lijst te plaatsen. In de Top400 aanpak worden ook jongere broertjes en zusjes ‘meegenomen’, ook als zij niet aan de criteria voldoen.
Het is dus nadrukkelijk géén criterium voor selectie voor de Top400 dat kinderen en jongeren een strafbaar feit hebben gepleegd. Selectiecriteria zijn onder andere: het driemaal van basisschool gewisseld zijn; en het onder toezicht zijn gesteld of geweest en het verdacht zijn geweest van een misdrijf of het een keer als verdachte zijn aangehouden;. Bij de ProKid+ groep zijn voor plaatsing op de Top400-lijst ook selectiecriteria toegepast als ‘slachtoffer of getuige van een misdrijf’ en ‘politiecontacten van medebewoners van de jongere op het laatste bekende woonadres.’
Mogelijke mensenrechtenschendingen in de Top400
De Top400 aanpak wordt door de uitvoerders ervan gepresenteerd als een vorm van zorg, waarbij het zou gaan om het op het rechte pad houden van de kinderen en jongeren in kwestie. De aanpak lijkt echter vooral en soms zelfs enkel gericht te zijn op surveillance, repressie en veiligheid.
Ook is opvallend dat de stemmen, ervaringen en behoeften van de minderjarigen en hun families volledig lijken te ontbreken. Er lijken dan ook ernstige problemen te bestaan op het gebied van mensenrechten, discriminatie, toegang tot de rechter en privacy in de structuur van de Top400.
Namens de coalitie heeft PILP op 21 september 2022 een stuitingsbrief gestuurd naar de gemeente Amsterdam en de partners in de Top400. Dit om een mogelijke procedure over de Top400 in verband met verjaring in de toekomst veilig te stellen. Er is nog geen procedure gestart.
Media
Het werk van PILP en haar partners in dit dossier heeft bijgedragen aan de documentaire Moeders en het theaterstuk (this conversation is) Off the Record, beiden van Nirit Peled.
Over de Top400 verschenen enkele interessante artikelen in Trouw, Parool en de Groene Amsterdammer.
Kom in contact
Op dit moment is PILP in gesprek met de mensen die zijn geraakt door de Top400 om te kijken wat deze gemeenschap nodig heeft en om de mogelijkheden van een eventuele strategische procedure te verkennen. PILP roept iedereen die op de Top400-lijst staat of denkt te staan op om in contact met ons te komen. Ouders/verzorgers/jongeren kunnen contact opnemen via: contact@pilp.nu.