Discriminatie studerende moeders
In het mbo valt 50% van de studerende moeders en zwangere studenten voortijdig uit tijdens de studie en in het hbo en wo is dit 75%. Studerende moeders en zwangere studenten lopen groot risico op vertraging en/of uitval tijdens de studie, wat vaak gepaard gaat met een studieschuld.
De Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap gaf in een eerdere briefwisseling met PILP en de coalitie Studerende Moeders aan, dat de verantwoordelijkheid voor studerende moeders en zwangere studenten bij de onderwijsinstellingen ligt. De instellingen zouden aan maatwerk moeten doen.
Uit recent onderzoek, door Anja Eleveld e.a., blijkt dat onderwijsinstellingen te weinig specifieke regelingen hebben voor studerende moeders en zwangere studenten, zoals zwangerschapsverlof of flexibele roostering en tentamendata. De landelijke wettelijke regelingen die er wel zijn, zijn lang niet door alle instellingen geïmplementeerd. Studerende moeders en zwangere studenten zijn dan steeds afhankelijk van de welwillendheid van een studiebegeleider of docent. Het is voor hen vaak onzeker of en op welke regeling zij zich kunnen beroepen. De onderwijsinstellingen vinden de zwangerschap vaak de ‘eigen keus’ van de studenten en daarmee ook hun eigen verantwoordelijkheid.
PILP kan zich niet vinden in deze ‘eigen schuld dikke bult’-gedachte. Wanneer voor zwangere studenten en studerende moeders de toegang tot onderwijs wordt belemmerd en hun mogelijkheden om een opleiding af te ronden en een diploma te halen worden beperkt, is er volgens PILP sprake van strijd met het recht op onderwijs. Bovendien is er sprake van discriminatie op grond van geslacht, omdat alleen vrouwen hierdoor benadeeld kunnen worden.
PILP onderzoekt juridische mogelijkheden om deze problemen aan te pakken.
Coalitie studerende moeders
PILP werkt samen met de coalitie Studerende Moeders: Steunpunt Studerende Moeders, proefprocessenfonds Clara Wichmann, FNV Vrouw, de Nederlandse Vrouwenraad en Vereniging voor Vrouw en Recht.