Op 24 maart 2021 is het PILP namens Code Rood een beroep gestart tegen het besluit van de Voorzitter Veiligheidsregio Haaglanden over het beperken van het aantal deelnemers aan een door Code Rood georganiseerd protest.
Code Rood wilde met het protest op 19 mei 2020 met zo veel mogelijk mensen aandacht te vragen voor de noodzaak om Shell verantwoordelijk te houden voor klimaatverandering en mensenrechtenschendingen. Vanwege COVID-19 kozen ze er voor om maar met 100 mensen naar het protest te komen, anderhalve meter afstand te houden en hygiënemaatregelen te nemen.
Op het plein voor het Shell hoofdkantoor was ruimte voor 300 mensen op anderhalve meter afstand.
Toch vond de Voorzitter Veiligheidsregio Haaglanden (‘Voorzitter’) dat er vanwege COVID-19 maar 30 mensen aan het protest mochten deelnemen. Volgens Code Rood en het PILP is deze opgelegde beperking niet noodzakelijk en niet proportioneel. Daarmee vormt de beperking een ongeoorloofde inbreuk op het recht op protest.
Helaas verloren we de eerdere bezwaarprocedure over de opgelegde beperking. De Voorzitter heeft in de nieuwe beslissing de voortschrijdende kennis over COVID-19 niet meegenomen en het besluit daarmee niet volledig heroverwogen. Ook is op de meeste van onze (mensenrechtelijke) argumenten niet of onvoldoende ingegaan. Daarom hebben Code Rood en het PILP besloten in beroep te gaan.
Er mogen beperkingen worden opgelegd aan een protest, maar enkel als deze gebaseerd zijn op de wet en de mensenrechten en als deze beperkingen noodzakelijk en proportioneel zijn. Het is in het belang van de bescherming van het recht op protest dat er helderheid komt over of en wanneer een beperking van het aantal demonstranten aan een protest noodzakelijk en proportioneel is, zeker nu het onzeker is hoe lang de COVID-19 maatregelen nog van kracht blijven.
Lees hier meer over ons dossier en andere zaken over het recht op betoging.