
De figuur van Zwarte Piet staat een lange tijd ter discussie. Veel mensen, organisaties en deskundigen, waaronder het VN Comité voor de uitbanning van Rassendiscriminatie, vinden dat Zwarte Piet een inclusief Sinterklaasfeest in de weg zit. De Stichting Nederland Wordt Beter (NLWB) richt zich op een toekomst zonder racisme en uitsluiting en zet zich al een decennium in voor een inclusief Sinterklaasfeest voor iedereen en dus zonder Zwarte Piet. In steeds meer dorpen en steden is het uiterlijk van Piet al gemoderniseerd, maar het uiterlijk van Zwarte Piet blijft in een aantal plaatsen ongewijzigd.
In Leeuwarden, Nijmegen en Emmen waren in 2019, bijvoorbeeld, nog intochten met Zwarte Pieten. De burgemeesters in die steden en in tientallen andere steden en dorpen, kregen brieven van hun burgers en van NLWB (via een campagne van DeGoedeZaak) met een oproep om weg te blijven bij de intocht, zolang die intocht niet inclusief zou zijn. Immers, zo schreven zij: ‘u bent ook de burgemeester van burgers die tegen Zwarte Piet zijn en van burgers die zich gediscrimineerd voelen door de Blackface-traditie. Door in functie tijdens de Sinterklaasintocht Zwarte Piet te ontvangen, legitimeert u dit zeer omstreden onderdeel van de intocht. Het zou beter zijn neutraal te blijven en weg te blijven bij intochten met omstreden discriminerende elementen.’
De burgemeesters van Nijmegen, Emmen en Leeuwarden besloten in 2019 desalniettemin om bij de Sinterklaasintocht te zijn en Zwarte Piet formeel te ontvangen. Namens burgers van deze gemeenten en namens NLWB heeft het PILP daarom klachten ingediend tegen het gedrag van deze burgemeesters. Echter, één klacht werd ongegrond verklaard en twee klachten werden niet-ontvankelijk verklaard.
Daarop werden in 2020 tevens klachten ingediend bij de Nationale Ombudsman (klacht Emmen | klacht Leeuwarden). Namens de burgers en NLWB stelden we dat de burgemeesters onbehoorlijk en partijdig hebben gehandeld. Dit door in functie aanwezig te zijn bij de intocht en Zwarte Piet te ontvangen terwijl ze door burgers in hun gemeente en NLWB expliciet gevraagd waren dat niet te doen.
Recent heeft de Nationale Ombudsman, helaas, geconcludeerd dat hij de klachten niet kan behandelen (brief Ombudsman). Volgens de Nationale Ombudsman is er namelijk geen sprake van een klacht waarop het klachtrecht uit de Algemeen Wet Bestuursrecht van toepassing is. Het klachtrecht zou niet van toepassing zijn omdat er sprake zou zijn van samenhang met beleid. De Nationale Ombudsman concludeert dat “het verzoek aan een bestuursorgaan of overheidsinstantie om (al dan niet) een standpunt in te nemen of een uitspraak te doen over een specifiek onderwerp onmiskenbaar samenhangt met het van die overheidsinstantie of bestuursorgaan gewenst beleid, diens beleidsuitvoering in het algemeen of een meer algemene wens over diens optreden c.q. beleid. En dat daarom klachten over de reactie op een dergelijk verzoek buiten het bereik van de klachtenregeling valt.”
We kunnen ons niet vinden in de conclusie van de Nationale Ombudsman. De ontvangst van Zwarte Piet door een burgemeester is namelijk wel degelijk een daadwerkelijke gedraging die geen verband houdt met beleid of beleidsuitvoering. Er is ook niet geklaagd over het beleid van de burgemeester of beleidsuitvoering in het algemeen, maar over een ‘bepaalde aangelegenheid’. Het gaat in de klachten niet over algemene wensen, of over het gemeentelijk beleid tegen racisme en discriminatie. Er is geklaagd over de wijze waarop de burgemeester zich tijdens de Sinterklaasintocht in 2019 concreet jegens tegenstanders van Zwarte Piet heeft gedragen; namelijk door in functie – met ambtsketting om – Zwarte Pieten te ontvangen en met hen een podium te betreden. Helaas heeft de Nationale Ombudsman geen acht geslagen op deze argumenten.
Met de conclusie van de Nationale Ombudsman zijn deze klachtzaken, ongelukkigerwijs, tot een einde gekomen. De cliënten in deze zaken hebben aangegeven zich te zullen blijven inzetten voor een inclusieve Sinterklaasviering zonder racisme. Hoewel hiermee ook de juridische bijstand van het PILP tot een einde is gekomen, laat dit onverlet dat het PILP bij eventuele toekomstige procedures wederom, desgevraagd, juridische ondersteuning zal verlenen.