Meerouderschap: een juridische factsheet

Picture by Meer Dan Gewenst

Dit onderzoek is verricht in opdracht van het PILP, uitgevoerd door projectassistent en jurist Julie Albers.

27 november 2018

Waarom deze factsheet
Problematiek
Tijdslijn
Regeerakkoord & politieke beloftes/opstelling
Huidige wetgeving
Juridisch ouderschap kan op verschillende manieren ontstaan
Ouderlijk gezag kan op verschillende manieren ontstaan
Uitkomsten rapport Staatscommissie
Organisaties actief op dit gebied
Een blik over de grens: meerouderschap?
Een blik over de grens: meeroudergezag?
Conclusie
Bronnen
Wetgeving
Bijlage

Waarom deze factsheet

Meerouderschap is een kwestie die in Nederland om steeds meer aandacht begint te vragen. Er zijn tegenwoordig samengestelde gezinnen (fusiegezinnen), gezinnen van ouders van gelijk geslacht (regenbooggezinnen), meergeneratiegezinnen, of meerdere personen die met elkaar een kind opvoeden. Echter loopt de feitelijke werkelijkheid niet gelijk met de juridische werkelijkheid. Dit factsheet bevat een overzicht wat voor problemen er rond meerouderschap spelen, wat de huidige juridische stand van zaken is, zowel in Nederland als over de grens, en wie de spelers in dit veld zijn.

Alvast een paar korte punten:

  • Ouders kunnen juridisch ouderschap en/of gezag hebben. Een kind kan nu maximaal twee juridische ouders hebben en maximaal twee ouders met gezag. Dit kan over maximaal drie ouders verdeeld worden.
  • De geboortemoeder is altijd juridisch ouder én heeft gezag.
  • De duomoeder, dus de partner van de geboortemoeder, heeft altijd meer rechten dan de aangetrouwde homoman. Die laatste kan nooit juridisch ouderschap noch gezag hebben. (uitzondering: adoptie).
  • De duomoeder kan alleen juridisch ouder worden als de man een onbekende donor is. Anders kan zij in het beste geval gezag krijgen (bij bijvoorbeeld een intentioneel meeroudergezin).

Problematiek

  • Steeds meer kinderen groeien op in een meeroudergezin. Je kan hierbij denken aan een lesbisch paar dat een kind samen met een bi-man of een homopaar opvoedt, of een homopaar dat een kind opvoedt samen met een draagmoeder. Naar schatting van het COC gaat het om enkele duizenden gezinnen in Nederland.
  • Problemen die zich voor doen zonder een meerouderschapsregeling zijn juridisch en financieel van aard. In dit memo ligt de nadruk uiteraard op het juridische stelsel, maar hieronder toch een lijstje om een beeld van de problematiek te vormen waar mensen zoal tegenaan lopen:
    • Zorg: Als derde of vierde ouder ben je niet bevoegd om met je kind naar de dokter te gaan, omdat je geen toestemming kan geven voor een medische behandeling of om in het patiëntendossier te laten kijken.
    • Onderwijs: Je kunt niet als gevolmachtigde ouder naar een ouderavond op school gaan.
    • Reizen: Je mag geen nieuw paspoort aanvragen voor het kind, of het mee de grens overnemen (risico op ontvoering).
    • Financiën: Kinderen moeten meer belasting betalen over een studiebijdrage of erfenis van de derde of vierde ouder, en die kan weer geen spaarrekening voor het kind openen.
    • Overlijden: als de juridische ouders komen te overlijden, is het niet meteen een gegeven dat het kind bij de derde en/of vierde ouder mag wonen.[1]

Tijdslijn

  • 7 december 2016: Staatscommissie Herijking ouderschap brengt na een tweeënhalf jaar durend onderzoek een advies uit over meerouderschap. De conclusie is dat meerouderschap en meeroudergezag in het belang van het kind zijn en in Nederland moeten worden ingevoerd. Hierin worden concrete aanbevelingen gedaan om wet- en regelgeving aan te passen, welke zijn gebaseerd op de door de commissie geformuleerde zeven kernen van goed ouderschap[2] en het Kinderrechtenverdrag.
  • 7 maart 2017: Lijsttrekkers en vertegenwoordigers van acht politieke partijen – VVD, D66, PvdA, SP, GroenLinks, 50Plus, Partij voor de Dieren en Artikel 1[3] – ondertekenen het Regenboog Stembusakkoord van het COC. Hierin staat onder meer de belofte: “Er komt een meerouderschapswet.” Hiermee beloofden de ondertekenaars dat deze er op korte termijn zou komen.
  • 17 augustus 2017: De vier formerende partijen willen dat Rutte-III meer onderzoek doet naar meervoudig ouderschap. Hiermee leggen zij volgens het COC het rapport van de staatscommissie dus (voorlopig) naast zich neer.
  • 10 oktober 2017: Presentatie van het regeerakkoord, waarin nader onderzoek wordt aangekondigd. Dit onderzoek zal waarschijnlijk twaalf maanden duren.
  • 7 maart 2018: Minister Sander Dekker van Rechtsbescherming kondigt aan op zijn vroegst in maart 2019 met een voorstel voor een meerouderschapswet te komen. Dit geldt ook voor draagmoederschap en volledige gelijkstelling van het lesbisch ouderschap.[4]
  • 22 maart 2018: Minister Dekker stuurt een brief aan de Tweede Kamer om toelichting te geven op de voortgang rond het rapport van de Staatscommissie. Hierin zet hij uiteen welke vervolgonderzoeken worden uitgezet, waarbij met name het advies van de Staatscommissie Internationaal Privaatrecht over het gehele rapport omvangrijk zal zijn. Hij verwacht begin 2019 de resultaten, inclusief een kabinetsreactie, op te kunnen sturen.[5]

Regeerakkoord

& politieke beloftes/opstelling

In het Regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ staat onder ‘Personen- en familierecht’ het volgende:

De Staatscommissie herijking ouderschap heeft aanbevelingen gedaan op het terrein van juridisch meerouderschap, gezag en draagmoederschap. De onderzoeken zoals aanbevolen door de staatscommissie zullen worden uitgevoerd. Het gaat hierbij onder meer om de fiscale consequenties, nationaliteitsrecht, vreemdelingenrecht, erfrecht, onderhoudsverplichtingen en naamrecht. Het is vervolgens aan kabinet en Kamer om te bezien op welke wijze daaraan een vervolg moet worden gegeven. Bij wetgeving die hieruit volgt is het belang van het kind leidend.[6]

D66 is de enige partij in de huidige coalitiepartij die een duidelijk verwoord standpunt over meerouderschap heeft, en vóór meerouderschap en -gezag is. ‘In een meeroudergezin is de band tussen het kind en de derde en vierde ouder juridisch niet beschermd. D66 vindt dat niet meer van deze tijd en wil dat het gezag over een kind aan meer dan twee ouders kan worden toegezegd.’[7]

Huidige wetgeving

Allereerst is het belangrijk om vast te stellen dat het in de kwestie rond (meer)ouderschap om twee begrippen gaat: juridisch ouderschap en gezag. Hieronder volgt een kort overzicht met de belangrijkste verschillen.[8]

Juridisch ouderschap[9]
(Titel 11 Boek 1 BW)
Gezag[10]
(Titel 14 Boek 1 BW)
Consequenties Het kind erft automatisch van de juridische ouder, en neemt diens naam en nationaliteit over. Een juridische ouder is verplicht zijn/haar kind financieel te onderhouden (tot 21 jaar). Ook vallen bepalingen over rechtsverhouding tussen kind en ouders hieronder, zoals kinderbijslag, onderwijs, inschrijving in BRP etc. Zeggenschap over een minderjarig kind. Recht en plicht het kind te verzorgen en (financieel) te onderhouden. Drie aspecten: de persoon van het kind, het bewind over zijn vermogen, en vertegenwoordiging zowel in als buiten rechte. Tot 16 jaar wettelijke aansprakelijkheid bij schade (art. 6:169 BW).
Tijdsbestek Levenslang: juridische band tussen ouder en kind. Tijdelijk: tot het kind 18 jaar is (financiële plicht loopt door tot 21 jaar), of eerder gewijzigd door de rechter.
Hoeveel Maximaal twee juridische ouders. Maximaal twee personen met gezag. Dit heet eenhoofdig of gezamenlijk gezag.
Definitief? Zo goed als onomkeerbaar. Afstand doen is mogelijk, maar alleen door een beslissing van de rechter.

De juridische ouder kan ook gezag hebben, maar dat hoeft niet; en ook andersom geldt dat iemand met gezag ook juridisch ouder kan zijn, maar dat hoeft niet. Normaliter is de vrouw die het kind baart juridisch ouder mét gezag. Haar echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner is normaal gesproken ook ouder met gezag, maar die is nog niet automatisch juridisch ouder.

Ter verduidelijking is als bijlage aan het einde van dit memo een aantal slides uit een rapport van de Stichting Meer dan Gewenst overgenomen, waarin de consequenties van verschillende meeroudergezinnen duidelijk worden weergegeven.

Juridisch ouderschap kan op verschillende manieren ontstaan.

Voor je je af kunt vragen of je gezag kunt hebben, moet eerst de vraag van juridisch ouderschap beantwoord worden. Dit hoeft niet overeen te komen met het genetische of sociale ouderschap.

Voor juridisch moederschap (art.1:198 BW):

  • Geboortemoeder: de vrouw die het kind baart, de geboortemoeder, is van rechtswege juridisch ouder. Dit is de ‘mater semper certa est’-regel: de moeder is altijd bekend. Het juridisch moederschap van de geboortemoeder kan alleen teniet worden gedaan door adoptie.
  • Tweede moeder/duomoeder: haar ouderschap is afhankelijk van of zij wel of niet getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de geboortemoeder.
    • Als dat wel zo is, dan is zij van rechtswege (semi-automatisch) juridisch ouder, mits:
      • De geboortemoeder en de duomoeder gebruik hebben gemaakt van een anonieme donor die geregistreerd is bij de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting;
      • de identiteit van de donor voor de geboortemoeder onbekend is, wat blijkt uit een onbekendheidsverklaring van de Stichting;
      • én zij bij de geboorteaangifte (niet later) deze verklaring van de Stichting kunnen overleggen.
    • Als dat niet zo is, of als er geen onbekendheidsverklaring wordt overlegd, dan kan de duomoeder juridisch ouder worden door:
      • Erkenning van het juridisch ouderschap bij de burgerlijke stand aan te vragen, mét toestemming van de moeder. Dit kan vóór of na de geboorte.[11]
    • Als dus geen gebruik is gemaakt van een anonieme donor, of de vader erkent het kind, dan heeft de duomoeder geen moederschap.
    • Andere opties: gerechtelijk laten vaststellen of door adoptie.
  • B.1: Het is niet van belang of het kind is voortgekomen uit de eigen eicel van de geboortemoeder – zij zal altijd de juridische moeder blijven, óók als zij niet de genetische moeder is. Bij de duomoeder is dat wel van belang: als het kind uit haar eicel is gekomen, kan het ouderschap niet van haar worden afgenomen.
  • B.2: Als de duomoeder geen genetische band met het kind heeft, maar het ouderschap is wel door beide moeders uitdrukkelijk aanvaard, kan dit eigenlijk alleen teniet worden gedaan door adoptie. Als dit achteraf niet de uitdrukkelijke bedoeling bleek te zijn, kan het wel worden vernietigd door de rechter.[12]

=> Een kind heeft dus vanaf de geboorte altijd een juridische moeder.

Voor juridisch vaderschap (art. 1:199 BW):

  • Echtgenoot of geregistreerde partner van de geboortemoeder: wordt van rechtswege de juridisch ouder.
  • Geen echtgenoot of geregistreerde partner van de geboortemoeder: kan het kind erkennen bij de burgerlijke stand, mét toestemming van de moeder. Dit kan zowel vóór als na de geboorte gedaan worden door:
    • De verwekker;
    • De donor (deze is niet de verwekker van het kind, omdat hij het kind niet op natuurlijke wijze bij de moeder heeft doen ontstaan);
    • Een niet-genetische vader, bijvoorbeeld de partner van de geboortemoeder (die heeft ingestemd met bijvoorbeeld de donorinseminatie).
    • Andere opties: gerechtelijk laten vaststellen (vervangende toestemming) of door adoptie.
  • Tweede vader: dit kan alléén door adoptie. Een man die dus bijvoorbeeld getrouwd is met de genetische vader, kan zolang de geboortemoeder nog juridisch ouder is nooit zelf juridisch ouder worden.

=> Een kind heeft dus niet altijd vanaf de geboorte een juridische vader. Dit hangt af van de leefvorm van de ouders, of van activiteiten die volwassenen ondernemen om juridisch vaderschap te krijgen.

Ouderlijk gezag kan op verschillende manieren ontstaan

Het ouderlijk gezag (art. 1:245, 1:247 BW) wordt in beginsel uitgeoefend door één of beide juridische ouders, en ontstaat meestal automatisch. Dit ouderlijk gezag is onder te verdelen in eenhoofdig gezag en gezamenlijk gezag. Als de ouders niet met elkaar getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, moet een aparte stap worden gezet om hen samen het ouderlijk gezag te laten uitoefenen. Dit gezamenlijk gezag van een ouder en een ander dan de ouder heet ook wettelijk gezag, tenzij het tegendeel voortvloeit uit een andere wettelijke bepaling.[13]

Gezag van twee juridische ouders

  • Geboortemoeder: de vrouw die het kind baart heeft van rechtswege altijd ouderlijk gezag.[14]
  • Echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner: heeft ook van rechtswege ouderlijk gezag. De hoofdregel is dus dat een kind vanaf de geboorte onder gezamenlijk gezag van beide juridische ouders staat (art. 1:251, 1:253aa en 1:253b BW).
    • Duomoeder: heeft als juridisch ouder dus ook automatisch gezag.
    • Dit is tenzij: de ongeboren vrucht al door de vader is erkend. Dus stel dat de genetische vader het kind heeft erkend, en dus juridisch ouder is, dan kan de duomoeder geen juridisch ouder meer worden, maar nog wel gezag krijgen. Dat moet apart worden aangevraagd (zie verder hieronder).[15]
    • NB: Als de juridische ouders ná de geboorte een huwelijk of geregistreerd partnerschap sluiten, valt het kind automatisch onder hun gezag. De volgorde van deze gebeurtenissen is dus niet van belang (1:251 lid en 1:253aa BW).[16]
  • Gezag op een later tijdstip: als de geboortemoeder niet is gehuwd of een geregistreerd partnerschap heeft, kunnen de juridische ouders gezamenlijk een aantekening in het gezagsregister laten maken. Ze moeten het hier dus wel over eens zijn (art. 1:252 met 1:244 BW).
  • Door de rechter: in het geval dat één van beide ouders gezag wil, maar de ander dat niet goed vindt. Tenzij het kind hierdoor klem of verloren dreigt te raken, keurt de rechter dit in de regel goed: gezamenlijk gezag is de norm (art. 1:253c BW).[17]

=> Een kind staat dus altijd onder het gezag van de geboortemoeder. Verder is het kind afhankelijk van de bereidheid van de ouders om dit te regelen, als het kind buiten het huwelijk geboren is.

Gezag van een juridische ouder en iemand anders

  • Gezamenlijk gezag bij de geboorte: dit kan bij twee vrouwen die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. Stel dat de duomoeder, dus de vrouw uit wie het kind niet is geboren, géén juridisch ouder is, dan heeft zij toch automatisch gezag (art. 1:253sa BW).
    • Uitzondering: Dit is tenzij het kind vóór de geboorte al is erkend door iemand anders, bijvoorbeeld de verwekker. In dat geval heeft het kind al twee juridische ouders en komt het niet automatisch onder gezag van de duomoeder te staan.
    • Dit is dus weer niet van toepassing op twee getrouwde vrouwen en een donor op afstand – dan is de duomoeder juridisch ouder (als voldaan is aan de voorwaarden) en krijgt zij ook automatisch gezag.[18]
  • Via de rechter: als het gezamenlijk gezag van een juridische ouder en een andere persoon niet automatisch bij de geboorte ontstaat – zoals in het scenario hierboven geschetst – dan kan dat via de rechter aangevraagd worden. Als er één juridische ouder is, is dat geen probleem; zijn het er twee en wil een derde persoon gezag, dan zijn er nogal wat voorwaarden aan verbonden. Staat het kind al onder gezamenlijk gezag van beide juridische ouders, dan is dit heel moeilijk te veranderen, want gezag kan niet zomaar worden beëindigd. Ook heeft de juridische ouder met gezag een voorkeurspositie over de niet-juridische ouder die gezag wil (art. 1:253t BW).[19]

 => Voor het kind betekent dit dat als de geboortemoeder en haar (nieuwe) partner die geen juridisch ouder is, gezamenlijk gezag uitoefenen, het zich in een vergelijkbare positie bevindt als het kind dat in een gezin met twee juridische ouders die beide gezag hebben opgroeit. De juridische en feitelijke opvoedsituatie komen overeen. Dit is anders als er nog een juridische ouder is, en het gezag met de nieuwe partner moeilijker te verkrijgen is. De andere juridische ouder blijft dan meer betrokken bij het kind.[20]

Uitkomsten rapport Staatscommissie

Uit het rapport van de Staatscommissie zijn maar liefst 68 aanbevelingen gekomen. De voor dit onderzoek relevante aanbevelingen zijn de volgende:

Algemeen:

  1. Laat de genetische afstamming tussen ouder en kind en de intentie tot ouderschap een gelijkwaardige grondslag vormen om een persoon verantwoordelijk te houden voor een kind.[21]

Juridisch ouderschap:

  1. Schrappen van het vereiste dat in geval van geboorte binnen huwelijk of geregistreerd partnerschap van twee vrouwen een onbekendheidsverklaring wordt overgelegd om het ouderschap van de duomoeder van rechtswege te laten ontstaan.
  1. De term ‘erkenning’ (van het ouderschap) vervangen door ‘aanvaarding van het ouderschap’.
  1. Juridisch meerouderschap wettelijk faciliteren onder de volgende voorwaarden:
  • de aspirant-meerouders moeten het met elkaar eens zijn over het juridisch meerouderschap, de regeling is daarmee niet toegankelijk indien er geen gezamenlijke intentie bestaat over wie welke rol zal spelen in het leven van het kind;
  • de aspirant-meerouders moeten vóór de conceptie van het kind nadenken en afspraken maken over het juridisch meerouderschap;
  • de regeling is toegankelijk voor maximaal vier ouders, die maximaal twee huishoudens vormen
  • de meerouderschapsregeling is toegankelijk voor de geboortemoeder, de genetische ouders en de levensgezellen van deze personen;
  • de aspirant-meerouders stellen een meerouderschapsovereenkomst op, die door de rechter wordt getoetst; voor eventuele volgende kinderen zijn een nieuwe overeenkomst en toetsing hiervan door de rechter noodzakelijk;
  • om de belangen van het toekomstig kind te verwoorden en te behartigen benoemt de rechter een bijzondere curator;
  • de juridische vormgeving van het meerouderschap (dus meerouderschapsovereenkomst, rechterlijke goedkeuring en akten van aanvaarding van het ouderschap) moet gereed zijn uiterlijk op het tijdstip van de geboorte van het kind; na dat tijdstip kan het juridisch meerouderschap alleen nog via de weg van de eenvoudige adoptie met de daarbij behorende voorwaarden tot stand komen[.][22]

Gezag:

  1. Faciliteren dat de wens tot uitoefening van gezamenlijk gezag door juridische ouders die niet met elkaar zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, vóór de geboorte van het kind kenbaar kan worden gemaakt, waarna het gezamenlijk ouderlijk gezag ontstaat op het tijdstip van de geboorte van het kind (evenals dit het geval is als de ouders met elkaar zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan).
  1. Meeroudergezag/meerpersoonsgezag mogelijk maken:
  • in geval van juridisch meerouderschap komt het gezag over het kind ook in de meerouderschapsovereenkomst, die door de rechter moet worden goedgekeurd, aan de orde en ontstaat dit meeroudergezag vanaf de geboorte;
  • in andere gevallen kan meerpersoonsgezag op gezamenlijk verzoek van betrokkenen door de rechter worden vastgesteld, waarbij wordt aangesloten bij de voorwaarden die gelden voor juridisch meerouderschap.
  1. Gedeeltelijke gezagsoverdracht aan pleegouders en stiefouders mogelijk maken.
  1. Maak het ontstaan van meerpersoonsgezag ook mogelijk in na de geboorte ontstane situaties waarin meerdere volwassenen samen verantwoordelijk willen en kunnen zijn voor de verzorging en opvoeding van een kind, onder de voorwaarden die aan het ontstaan van meeroudergezag worden gesteld.[23]

 

Organisaties actief op dit gebied

  • COC: zet zich in voor gelijke rechten, emancipatie en sociale acceptatie van LHBTI’s in Nederland en het buitenland. Het COC is al een aantal jaar bezig met de lobby voor meerouderschap. In september 2016 overhandigde zij samen met Meer dan Gewenst en Ouders van Nu nog vijfduizend handtekeningen voor meerouderschap aan toenmalig minister van Veiligheid en Justitie Van der Steur. Ook heeft het COC politieke partijen in maart 2017 het Regenboog Stembusakkoord laten ondertekenen. Met het advies van de Staatscommissie was het COC ‘dolgelukkig’ en noemde het een ‘historische overwinning voor kinderen en ouders in meeroudergezinnen’ en ‘een doorbraak in het familierecht waar het COC al jaren voor pleit’.[24]
  • Meer dan Gewenst: een Nederlandse stichting voor roze ouderschap. Zij zet zich, in samenwerking met het COC, in voor LHBTI’s die een gezin wensen of hebben. Zo worden informatieve bijeenkomsten georganiseerd, borrels en speeddates, maar ook voeren zij een actieve lobby voor verbetering van rechten van ouders en kinderen, geven ze voorlichting en informeren ze de media. Ook hebben zij een rapport met een overzicht van roze ouderschapsvormen geschreven.
  • One Wish: een social enterprise die als ontmoetingsplek fungeert voor wensouders om een co-ouder of donor te vinden. Biedt onder andere juridische informatie aan over co-ouderschap, en agendeert bewustzijn over de positie van wensouders, donoren en hun kinderen.
  • Ouders van Nu: tijdschrift over het ouderschap. Hierin wordt ook aandacht besteed aan meerouderschap. Agendeert samen met het COC en Meer dan Gewenst.
  • Stichting Alexander: doet ‘participatief actiegericht onderzoek’ onder en met kinderen en jongeren, en heeft een rapport geschreven over perspectieven van jongeren op (meer)ouderschap, in opdracht van de Staatscommissie.
  • Staatscommissie Herijking Ouderschap.
  • COC agendeert ook namens: Transgender Netwerk Nederland, Nederlands Netwerk Intersekse/DSD (Stichting NNID), Stichting OndersteBoven (voorheen Lesbische Alliantie), Landelijk Netwerk Biseksualiteit (LNBi) en LKP (koepelorganisatie van christelijke LHBT-beweging).

Een blik over de grens: meerouderschap?

Vrijwel overal ter wereld is de juridische moeder de vrouw uit wie het kind wordt geboren. Een enkele uitzondering is hier en daar gemaakt voor draagmoederschap. Daarnaast bestaat in Frankrijk de mogelijkheid om anoniem te bevallen, waardoor de geboortemoeder niet meteen de juridische ouder wordt (art. 326 Code Civil).[25] Wat betreft het vaderschap zijn er geen noemenswaardige verschillen en komt in veel landen het stelsel overeen met het Nederlandse: het ontstaat van rechtswege als de vader getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de geboortemoeder. Ook veel voorkomend zijn erkenning en gerechtelijke vaststelling (of adoptie).[26] Op volgorde van relevantie worden hierna enkele internationale voorbeelden aangehaald.

Canada: meerouderschap

De Canadese provincie British-Columbia heeft als enige plek ter wereld een uitgewerkte regeling over intentioneel meerouderschap. In de Family Law Act van 2013 wordt bij kunstmatige voortplanting de mogelijkheid voor meerouderschap geboden naast het ouderschap van de geboortemoeder. Hiervoor moet wel vóór de conceptie een schriftelijke overeenkomst worden opgesteld, en alleen de geboortemoeder, haar partner, en de zaad- en/of eiceldonors komen in aanmerking.[27]

  • Dus: een drie- of vierouderschap van een geboortemoeder met twee personen die níet samen zijn, is dus geen mogelijkheid.
  • Ook twee stellen van een gelijk geslacht kunnen niet met zijn vieren ouders worden.
  • De partner van de zaad- of eiceldonor kan dus níet juridisch ouder worden.[28]

Meerouderschap binnen de EU

In geen enkele lidstaat van de Europese Unie is meerouderschap mogelijk op grond van afstamming. Een kind kan bij de geboorte dus maximaal twee juridische ouders hebben. Sommige landen, zoals België, Frankrijk en Luxemburg, kennen echter wel de zogenaamde zwakke adoptie, waardoor een kind (na de geboorte) meer dan twee juridische ouders kan hebben. In een dergelijk geval blijft de familierechtelijke betrekking met de familie en soms de oorspronkelijke ouder bestaan náást de nieuw gevestigde familierechtelijke betrekkingen met de adoptieouders en -familie. Beide soorten ouderschappen hebben alleen niet dezelfde rechtsgevolgen, waardoor een soort mengelmoes ontstaat.

  • Interessant genoeg kunnen in België meerdere personen een kind erkennen, maar alleen de eerste erkenning heeft rechtsgevolg (tenzij deze is vernietigd).
  • In België en Frankrijk is wel discussie over de wenselijkheid van invoering van het meerouderschap.[29]

België en Engeland: duomoeders

In België (art. 325 lid 2 BW)[30] en Engeland (section 42 en 48(6) (b) Human Fertilisation and Embryology Act 2008)[31] wordt een vrouw die getrouwd is met de geboortemoeder of een geregistreerd partnerschap heeft automatisch juridisch ouder. In België kunnen duomoeders, net als in Nederland, ook het kind erkennen (art. 313 BW).[32]

En verder:

  • In de VS bestaat in sommige staten een mogelijkheid van meerouderschap. Hier en daar staat dit in de wetgeving, is een afgeleide vorm mogelijk, of is bijvoorbeeld een vorm van adoptie mogelijk waarbij de afstammingsband met de oorspronkelijke ouder niet wordt verbroken (Californië).[33]
  • In Australië en Nieuw Zeeland bestaat het meerouderschap nog niet, maar wordt het wel serieus overwogen.[34]
  • In Argentinië bestaat geen wettelijke regeling, maar kan de rechter wel feitelijk meerouderschap creëren met verschillende adoptievormen.[35]

Een blik over de grens: meeroudergezag?

Ook meeroudergezag is zeldzaam, maar komt iets vaker voor dan meerouderschap, in wisselende constructies.

Canada (British Columbia): meeroudergezag

De mogelijkheid tot meerouderschap, zoals hierboven beschreven, brengt ook ouderlijk gezag (guardianship) voor alle drie of vier de ouders met zich mee. De ouders kunnen zelf afspreken dat zij niet allemaal gezag hebben, of niet allemaal dezelfde bevoegdheden.[36]

Binnen de EU:

  • Engeland en Wales: door een parental responsibility agreement bij de rechtbank te laten registreren, of door een parental responsiblity order uitgesproken door de rechtbank, kunnen meerdere personen juridisch gezag krijgen. Een andere optie is een residence order gegeven door de rechter, waarbij het niet nodig is dat de gezagsdragers het met elkaar eens zijn dat zij gezag krijgen. De gezagsdragers kunnen het gezag zelfstandig uitoefenen.[37]
  • Finland: ook hier kan de rechter het gezag opdragen aan meer dan twee personen, en de bevoegdheden verdelen.[38]
  • Frankrijk: de rechter kan op verzoek van de juridische ouder een derde persoon belasten met gezag. De gezagsbevoegdheden kunnen verdeeld worden, of ze kunnen belast worden met gelijke bevoegdheden en moeten gezamenlijk beslissingen nemen. Ook hier wordt discussie gevoerd over invoering van het meerouderschap, onder andere voor stiefouders.[39]
  • Duitsland: er is geen mogelijkheid tot volledig meeroudergezag, maar wel het zogenoemde Kleine Sorgerecht, wat inhoudt dat een juridische ouder samen met een echtgenoot of geregistreerde partner het gezag kan uitoefenen. Dit heeft alleen betrekking op beslissingen over dagelijkse aangelegenheden. Ook kan een stiefouder in geval van nood, Notsorgerecht geheten, maatregelen nemen die noodzakelijk zijn voor het welzijn van het kind.[40]

Buiten de EU:

  • Verenigde Staten: in enkele staten is meeroudergezag mogelijk, in verschillende gradaties en onder verschillende voorwaarden. In Californië is het bijvoorbeeld, gekoppeld aan meerouderschap, wettelijk geregeld. Ook kan de rechter het soms toekennen.[41]
  • Nieuw-Zeeland: de bekende donor kan, naast de juridische ouders, ook gezagsrechten krijgen op basis van een overeenkomst met de ouders, bevestigd door de rechter.[42]
  • Argentinië: ondanks de mogelijkheid voor meerouderschap, wordt in de regel het gezag door maximaal twee ouders uitgeoefend. Desondanks heeft de stiefouder ook het recht en de plicht om dagelijkse en dringende beslissingen te nemen. Feitelijk, als beide ouders een nieuwe partner hebben, kan dit dus neerkomen op vier mensen met gezag.[43]

 

Conclusie

Al met al blijkt dat er voor meeroudergezinnen nogal wat juridische hindernissen in Nederland zijn. Op dit moment is meerouderschap geen bestaande constructie, maar kunnen er slechts twee ouders het juridisch ouderschap aanvaarden, met eventueel nog een derde ouder die gezag kan krijgen. Dit laatste geldt echter alleen voor de duomoeder in bepaalde omstandigheden, en niet voor de duovader.

Echter klinkt er vanuit de praktijk een duidelijk geluid dat er behoefte is om de bestaande regelingen uit te breiden. De Staatscommissie Herijking ouderschap heeft hier dan ook gehoor aan te geven en is met een uitgebreide lijst aanbevelingen gekomen. Voor zover te achterhalen lijken diens aanbevelingen grotendeels in lijn te zijn met de wensen van de betrokken organisaties, afgaande op de reactie van bijvoorbeeld het COC die verkondigde hier ‘dolgelukkig’ mee te zijn.

De bal ligt dus nu bij de politiek. Niettegenstaande de twijfels of het noodzakelijk was, heeft de regering vervolgonderzoeken uitgezet, welke resultaten inclusief een kabinetsreactie begin 2019 verwacht worden. Voorlopig blijven we dus nog in het ongewisse welke voorstellen van de Staatscommissie zullen worden overgenomen in wetsvoorstellen, en wanneer dit zal gebeuren.

Bronnen

‘Advies Staatscommissie is historische overwinning voor meeroudergezinnen’, COC, 7 december 2016, https://www.coc.nl/jouw-belangen/advies-staatscommissie-is-historische-overwinning-voor-meeroudergezinnen

‘Lijsttrekkers tekenen stembusakkoord met het COC’, COC, 7 maart 2017, https://www.coc.nl/politiek-2/lijsttrekkers-tekenen-stembusakkoord-coc

‘Meerouderschapswet komt pas over een jaar’, COC, 7 maart 2018, https://www.coc.nl/politiek-2/meerouderschapswet-komt-jaar

‘Opnieuw onderzoek meerouderschap is volstrekt overbodig’, COC, 17 augustus 2017, https://www.coc.nl/homepage/coc-opnieuw-onderzoek-meerouderschap-is-volstrekt-overbodig

Meer dan Gewenst, ‘Overzicht van roze ouderschapsvormen’, november 2018, https://www.meerdangewenst.nl/mdgwp/wp-content/uploads/2018/11/Roze-ouderschapsvormen-versie2018.pdf

Regeerakkoord 2017-2021, ‘Vertrouwen in de toekomst’, VVD, D66, CDA en ChristenUnie, 10 oktober 2017, https://www.kabinetsformatie2017.nl/documenten/publicaties/2017/10/10/regeerakkoord-vertrouwen-in-de-toekomst

Staatscommissie Herijking Ouderschap, ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’, december 2016

Staatscommissie Herijking Ouderschap, Samenvatting: ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’, december 2016

Tanja Ineke, Luc Nibbeling en Philip Tijsma, ‘Meeroudergezinnen verdienen dezelfde wettelijke bescherming als elk ander gezin’, de Volkskrant, 4 augustus 2018, https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/meeroudergezinnen-verdienen-dezelfde-wettelijke-bescherming-als-elk-ander-gezin~b0ef6ca4/

Tobias den Hartog en Jan Hoedeman, ‘Rutte-III: studie naar meer ouders voor één kind’, Algemeen Dagblad, 17 augustus 2017, https://www.ad.nl/binnenland/rutte-iii-studie-naar-meer-ouders-voor-eneacute-eneacute-n-kind~a5fb4093/

Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 33 836, nr. 24

https://d66.nl/standpunt-over/ouderschap/

Wetgeving

Burgerlijke Wetboek van België, Inleidende Titel en Boek 1: Personen, http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1804032130&table_name=wet

Human Fertilisation and Embryology Act 2008, Chapter 22, 13 november 2008, https://www.legislation.gov.uk/ukpga/2008/22

Family Law Act, [SBC 2011] Chapter 25, Victoria, British Columbia, Canada, 18 maart 2013, http://www.bclaws.ca/civix/document/id/complete/statreg/11025_03#section30

Bijlage

Bron: Meer Dan Gewenst

Noten

[1] Tanja Ineke, Luc Nibbeling en Philip Tijsma, ‘Meeroudergezinnen verdienen dezelfde wettelijke bescherming als elk ander gezin’, de Volkskrant, 4 augustus 2018.

[2] Namelijk: (1) een onvoorwaardelijk persoonlijk commitment, (2) continuïteit in de opvoedingsrelatie, (3) verzorging en zorg voor lichamelijk welzijn, (4) opvoeding tot zelfstandigheid in sociale en maatschappelijke participatie, (5) het organiseren en monitoren van de opvoeding in het gezin, de school en het publieke domein (de drie opvoedmilieus), (6) de vorming van de afstammingsidentiteit en (7) de zorg voor contact- en omgangsmogelijkheden van voor het kind belangrijke personen, onder wie de andere ouder. SC, p.42.

[3] Sinds oktober 2017 ‘Bij1’ geheten.

[4] ‘Meerouderschapswet komt pas over een jaar’, COC, 7 maart 2018.

[5] Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 33 836, nr. 24.

[6] Regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’, 10 oktober 2017, p.6.

[7] https://d66.nl/standpunt-over/ouderschap/

[8] Meer dan Gewenst, ‘Overzicht van roze ouderschapsvormen’, november 2018 (“Rapport Meer dan Gewenst”), pp.4-5.

[9] Staatscommissie Herijking Ouderschap, ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’, december 2016 (“Rapport Staatscommissie”), p.159; Samenvatting Rapport Staatscommissie, p.6; Rapport Meer dan Gewenst, p.4.

[10] Rapport Staatscommissie, p.213; Samenvatting Rapport Staatscommissie, p.12; Rapport Meer dan Gewenst, p.5.

[11] Is het kind ouder dan twaalf jaar, dan moet het kind hier ook toestemming voor geven. Vanaf zestien jaar is het helemaal aan het kind om dit te beslissen.

[12] Rapport Staatscommissie, pp.160-162.

[13] De derde vorm van gezag is voogdij, maar die laat ik nu even buiten beschouwing.
ibid., pp.159, 213.

[14] ibid., p.218.

[15] ibid, p.218.

[16] ibid, p.219.

[17] ibid, pp.218-219.

[18] ibid, p.224.

[19] ibid, p.224-225.

[20] ibid, p.226.

[21] ibid, p.10.

[22] ibid, pp.12, 14.

[23] ibid, pp.15-16.

[24] ‘Advies Staatscommissie is historische overwinning voor meeroudergezinnen’, COC, 7 december 2016.

[25] ibid, pp.187-188.

[26] ibid, p.188.

[27] Parentage if other arrangement

30   (1) This section applies if there is a written agreement that

(a) is made before a child is conceived through assisted reproduction,

(b) is made between

(i) an intended parent or the intended parents and a potential birth mother who agrees to be a parent together with the intended parent or intended parents, or

(ii) the potential birth mother, a person who is married to or in a marriage-like relationship with the potential birth mother, and a donor who agrees to be a parent together with the potential birth mother and a person married to or in a marriage-like relationship with the potential birth mother, and

(c) provides that

(i) the potential birth mother will be the birth mother of a child conceived through assisted reproduction, and

(ii) on the child’s birth, the parties to the agreement will be the parents of the child.

(2) On the birth of a child born as a result of assisted reproduction in the circumstances described in subsection (1), the child’s parents are the parties to the agreement.

(3) If an agreement described in subsection (1) is made but, before a child is conceived, a party withdraws from the agreement or dies, the agreement is deemed to be revoked.

[28] Rapport Staatscommissie, pp.187, 190.

[29] ibid, p.188-189.

[30] “Het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of binnen driehonderd dagen na ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk, heeft de echtgenote tot meemoeder.”

[31] 42 Woman in civil partnership or marriage to a woman at time of treatment
(1)If at the time of the placing in her of the embryo or the sperm and eggs or of her artificial insemination, W was a party to a civil partnership or a marriage with another woman, then subject to section 45(2) to (4), the other party to the civil partnership or marriage is to be treated as a parent of the child unless it is shown that she did not consent to the placing in W of the embryo or the sperm and eggs or to her artificial insemination (as the case may be).

[32] Rapport Staatscommissie, p.188.

[33] ibid, p.189.

[34] ibid, p.190.

[35] ibid, p.190.

[36] ibid, p.242.

[37] ibid, pp.240-241.

[38] ibid, p.241.

[39] ibid, p.241.

[40] ibid, pp.241-242.

[41] ibid, p.242.

[42] ibid, p.242.

[43] ibid, p.243.

[ssba]