Nederland sluit bij kinderen thuis het water af
In 2016 werd in Nederland 7500 keer het water van huishoudens afgesloten wegens wanbetaling, na een piekmoment van ruim 10.000 afsluitingen in 2015. De waterbedrijven controleren niet of zij ook kinderen afsluiten, maar dit gebeurt wel degelijk. Omdat hun ouders de rekeningen niet betaalden, hebben kinderen thuis geen toegang tot drinkwater en kan er geen eten gekookt worden. Ook kunnen zij zich niet wassen of de wc doortrekken en schoonmaken wordt praktisch onmogelijk.
Hoe kan dit? Toegang tot water is een eerste levensbehoefte en een mensenrecht.
Schadelijke gevolgen
Water is een basisbehoefte die essentieel is voor kinderen om te kunnen leven en om zich gezond te kunnen ontwikkelen. Dit wordt ook bevestigd door de Wereldgezondheidsorganisatie die aangeeft dat er per persoon 50 tot 100 liter water per dag nodig is om te voldoen aan de basisbehoeften en om zeer ernstige gezondheidsproblemen te voorkomen. Beperkte toegang tot water voor consumptie en hygiëne, en dus helemaal afsluiting van water, kan verschillende ziekten tot gevolg hebben, waaronder diarree en uitdroging, maar ook infectieziekten. Het is ook pijnlijk duidelijk geworden tijdens de uitbraak van het coronavirus dat schoon water en hygiënemaatregelen van levensbelang zijn. Daarnaast heeft een tekort aan water impact op de mentale ontwikkeling en ontplooiing van kinderen door bijvoorbeeld schooluitval in verband met ziekte of schaamte omdat het kind zich niet kan wassen.
Strijd met kinderrechten en mensenrechten
Kinderen moeten vanwege hun kwetsbaarheid extra bescherming krijgen. Overheden dienen daarom het belang van het kind voorop te stellen bij het maken en uitvoeren van beleid. Dit volgt uit het VN-Kinderrechtenverdrag. Daarnaast heeft op basis van dit verdrag ieder kind een onvoorwaardelijk en zelfstandig recht op toegang tot zuiver drinkwater. Dit is onderdeel van het recht van het kind op gezondheid. Het recht van kinderen op water is zo’n belangrijk recht dat overheden ervoor moeten zorgen dat ieder kind de toegang tot zuiver drinkwater behoudt, ook als ouders de rekening niet kunnen betalen. Als de overheid dat niet doet, handelt zij in strijd met het Kinderrechtenverdrag. Het is ook een schending van de mensenrechten, zoals beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarnaast, wanneer kinderen de toegang tot schoon drinkwater wordt ontzegd omdat hun ouders de rekening niet betalen, levert dat volgens mensenrechtenverdragen ontoelaatbare discriminatie op.
Voor meer informatie over water als mensenrecht en een korte toelichting over onze rechtszaak, luister hier de podcast MeesterWerken van Liza Stellingwerf.
Standpunt overheid
In 2014 stelde minister Schultz-Van Hagen van Infrastructuur en Milieu in haar reactie op Kamervragen over de afsluiting van water vanwege wanbetaling het volgende:
“Dat drinkwater een eerste levensbehoefte is, is nog steeds kabinetsbeleid. De Drinkwaterwet geeft dan ook het recht op toegang tot drinkwater en de verplichting voor drinkwaterbedrijven om het afsluiten van een kleinverbruiker zoveel mogelijk te voorkomen. Dat drinkwater een mensenrecht is, betekent niet dat het gratis zou moeten zijn.”
Dit standpunt klopt niet. Mensenrechten geven inderdaad geen recht op gratis drinkwater voor iedereen. Maar de gevolgen van de huidige regeling – kinderen die thuis geen toegang hebben tot drinkwater – zijn volgens Defence for Children en het NJCM wel in strijd met kinderrechten en mensenrechten. Bovendien zijn de betaling en levering van water te splitsen. Kinderen kunnen beschermd worden en de vordering van het waterbedrijf op de ouders blijft bestaan.
Afsluitbeleid en waterzak
Op 1 juli 2018 trad de nieuwe Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater (hierna: de regeling) in werking. Op basis van deze regeling kunnen huishoudens worden afgesloten van het water. Alleen kwetsbare consumenten voor wie afsluiting van het water ernstige gezondheidsrisico’s meebrengt, worden uitgesloten van het afsluiten van water. Kinderen zijn in de afsluitregeling niet aangemerkt als kwetsbare consumenten. Deze regeling maakt het dus nog steeds mogelijk om huishoudens met kinderen af te sluiten van water. Sinds deze regeling van kracht is, krijgen huishoudens die worden afgesloten van het water als zij hierom vragen een waterzak met 12 liter water per persoon om de eerste vier dagen mee door te komen. Concreet betekent dit dat een kind dat is afgesloten van het water toegang heeft tot 3 liter water per dag. Dit is de ver onder de 50 tot 100 liter water, die ieder persoon volgens de Wereldgezondheidsorganisatie per dag nodig heeft
Wat doet het PILP-NJCM?
Rechtszaak
>>> belangrijke documenten: Dagvaarding | Info procedure | Pleitnotitie
Het NJCM en Defence for Children zijn een rechtszaak gestart tegen de Staat en drinkwaterbedrijven Dunea en PWN. waarin ze de rechter vragen waterafsluitingen bij kinderen thuis te verbieden.
Zij richten zich in de procedure tegen waterbedrijven Dunea en PWN, omdat zij van deze waterbedrijven weten dat ze gezinnen met kinderen afsluiten. Daarnaast richten zij zich tegen de Staat, omdat de Staat met de regeling over het afsluiten van water de schending van kinder- en mensenrechten toestaat en mogelijk maakt. De procedure heeft als doel om waterafsluitingen te verbieden wanneer het gaat om een huishouden met kinderen. Het afsluiten van water is voor gezinnen met kinderen ingrijpend en risicovol en ontkent het recht op water van het kind. Kinderen hebben een zelfstandig recht op water en de toegang tot water mag hen niet ontzegd worden omdat hun ouders de rekening niet kunnen betalen.
Het PILP-NJCM coördineert de procedure. De procedure wordt gevoerd door advocaten in dienstbetrekking bij het PILP-NJCM en door advocaten van De Brauw.
Meer informatie
FAQ over de rechtszaak
Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten zijn een rechtszaak begonnen omdat waterafsluitingen bij kinderen in strijd zijn met kinder- en mensenrechten. Zij hebben op 7 juli 2020 waterleidingmaatschappijen Dunea, PWN en de Staat gedagvaard. De eisers vragen de rechter om te verbieden dat kinderen van het water mogen worden afgesloten.
De procedure wordt gecoördineerd door het Public Interest Litigation Project van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (PILP-NJCM). De procedure wordt gevoerd door advocaten in dienst bij het PILP-NJCM en advocaten van De Brauw.
Volgens de meest recente cijfers, uit onderzoek door EenVandaag, die dateren uit 2016, werden in dat jaar bijna 7.500 huishoudens afgesloten van het water.
Waterbedrijven controleren niet of het gaat om gezinnen met kinderen wanneer zij huishoudens afsluiten van het water. Het is dus niet bekend hoeveel gezinnen met kinderen per jaar worden afgesloten van het water.
Uit het VN-Kinderrechtenverdrag volgt dat bij de beslissing om een gezin met kinderen al dan niet van het water af te sluiten, het belang van het kind een eerste overweging moet zijn. Daarnaast heeft op basis van dit verdrag ieder kind een onvoorwaardelijk en zelfstandig recht op toegang tot zuiver drinkwater. Dit is onderdeel van het recht van het kind op gezondheid. Het recht van kinderen op water is zo’n belangrijk recht dat overheden ervoor moeten zorgen dat ieder kind de toegang tot zuiver drinkwater behoudt, ook als ouders de rekening niet kunnen betalen. Als de overheid dat niet doet, handelt zij in strijd met het VN-Kinderrechtenverdrag. Het is ook een schending van de mensenrechten, zoals beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarnaast, wanneer kinderen de toegang tot schoon drinkwater wordt ontzegd omdat hun ouders de rekening niet betalen, levert dat volgens mensenrechtenverdragen ontoelaatbare discriminatie op.
Toegang tot voldoende schoon drinkwater is een kinderrecht. Kinderen mogen op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag niet worden afgesloten als hun ouders de rekening niet betalen. Dat betekent inderdaad dat ook de ouders niet worden afgesloten. Tegelijkertijd, dat toegang tot voldoende schoon drinkwater een kinderrecht is, betekent niet dat water gratis moet zijn of dat de rekening van de ouders moet worden kwijtgescholden. De betaling en de levering zijn te splitsen. Een mogelijke oplossing zou dan ook zijn om de watervoorziening beschikbaar te houden in het geval dat er kinderen in het geding zijn, terwijl de vordering van het drinkwaterbedrijf op de ouders blijft bestaan. Dit gebeurt immers ook al bij kwetsbare consumenten met ernstige gezondheidsrisico’s die anders zouden worden afgesloten.
Nee, er zijn in Nederland onvoldoende tappunten. Ook is het vernederend en fysiek erg zwaar om heen en weer te moeten lopen met waterflessen. Water kopen is voor veel gezinnen geen optie: de meeste gezinnen die afgesloten worden zitten zo diep in de schulden, of zijn anderszins zo kwetsbaar, dat er geen geld is om losse flessen aan te schaffen. Bovendien is dat geen oplossing voor het niet kunnen douchen of de wc door trekken.
Het recht van kinderen op water is zo’n belangrijk recht dat overheden ervoor moeten zorgen dat ieder kind de toegang tot zuiver drinkwater behoudt, ook als ouders de rekening niet kunnen betalen. Wanneer kinderen de toegang tot schoon drinkwater wordt ontzegd omdat hun ouders de rekening niet kunnen betalen, levert dit volgens het VN-Kinderrechtenverdrag ontoelaatbare discriminatie op.
Water is een basisbehoefte die essentieel is voor kinderen om te kunnen leven en om zich gezond te kunnen ontwikkelen. Dit wordt ook bevestigd door de Wereldgezondheidsorganisatie die aangeeft dat per persoon 50 tot 100 liter water per dag nodig is om te voldoen aan de basisbehoeften en om zeer ernstige gezondheidsproblemen te voorkomen. Wanneer kinderen worden afgesloten van het water omdat hun ouders de rekening niet betalen, zal dat onmiskenbaar een effect hebben op hun gezondheid en ontwikkeling.
Behalve de gezondheidsrisico’s die waterafsluiting meebrengt, heeft waterafsluiting nog meer gevolgen. Kinderen kunnen zich niet meer wassen in huis. Wassen gebeurt dus niet, tenzij buren een helpende hand bieden, of het gebeurt op straat of in de daklozenopvang. Ook koken wordt lastig, waardoor kinderen geen gekookt voedsel meer kunnen eten. Ook zal er bijna niet meer kunnen worden schoongemaakt in huis. De wc kan niet meer worden doorgespoeld. De urine en poep hopen zich dus op. De afsluiting heeft bovendien gevolgen op sociaal vlak. Kinderen nemen geen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis omdat zij zich schamen voor hun thuissituatie.
Op 1 juli 2018 is de gewijzigde Regeling afsluitbeleid kleinverbruikers (die vooral geldt voor consumenten) in werking getreden. Nieuw in de regeling is dat huishoudens die worden afgesloten van het water als zij hierom vragen een waterzak krijgen met 12 liter water per persoon, om de eerste vier dagen mee door te komen. Concreet betekent dit dat een kind dat is afgesloten van water toegang heeft tot 3 liter water per dag. Dit terwijl volgens de Wereldgezondheidsorganisatie ieder persoon per dag 50 tot 100 liter water nodig heeft om te voldoen aan de basisbehoeften en om zeer ernstige gezondheidsproblemen te voorkomen.
Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten maken zich zorgen om waterafsluitingen bij kinderen en over wat dit betekent voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Kinderen moeten vanwege hun kwetsbaarheid extra bescherming krijgen. Overheden dienen daarom het belang van het kind voorop te stellen bij het maken en uitvoeren van beleid. Het afsluiten van water bij gezinnen met kinderen is een schending van de rechten van het kind die zijn vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag, in het bijzonder het recht op toegang tot zuiver drinkwater en het recht om daarbij niet gediscrimineerd te worden op basis van het betaalgedrag van de ouders. Het is ook een schending van de mensenrechten van kinderen, zoals beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Wat zou u als ouder doen met een rantsoen van 12 liter water? Een babybadje vullen en flesvoeding aanmaken? Kind douchen? Vergeet het maar, dat kost al gauw 60 liter. Het toilet doorspoelen? Dat kost 6 liter water per keer. Na twee keer heb je dan niets meer over om thee te zetten (0,5 liter), een pan rijst te koken (1 liter) of een was te draaien (ruim 14 liter). Deze gebruikscijfers zijn gemiddelden (bron: Waternet).
Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (hierna: de eisers) hebben zich meerde keren in hun contact met de overheid uitgelaten over hun zorgen over het afsluiten van water bij kinderen. Ook hebben zij, net als bijvoorbeeld de Kinderombudsman, kritiek geuit op het gebrek aan bescherming voor kinderen in de nieuwe Regeling afsluitbeleid kleinverbruikers. Desondanks doet de overheid niets om kinderen te beschermen tegen afsluitingen en blijven waterbedrijven kinderen afsluiten van het water.
De eisers richten zich in de procedure tegen waterbedrijven Dunea en PWN, omdat we van deze waterbedrijven weten dat ze gezinnen met kinderen afsluiten. Daarnaast richten zij zich tegen de Staat, omdat de Staat met de regeling over het afsluiten van water de schending van kinder- en mensenrechten toestaat en mogelijk maakt. De procedure heeft als doel om waterafsluitingen te verbieden wanneer het gaat om een huishouden met kinderen. Het afsluiten van water is voor gezinnen met kinderen ingrijpend en risicovol en ontkent het recht op water van het kind. Kinderen hebben een zelfstandig recht op water en de toegang tot water mag hen niet ontzegd worden omdat hun ouders de rekening niet kunnen betalen.
Zie het antwoord bij ‘goede voorbeelden?’.
Dit verschilt. Een deel van de mensen is ‘slechts’ afgesloten voor een aantal uur of een dag. Er zijn echter ook huishoudens die dagen, weken of maanden zijn afgesloten van het water. Zo hebben wij bijvoorbeeld contact gehad met een gezin met een jonge baby dat drie maanden afgesloten is geweest van het water.
Het afsluiten van gezinnen met kinderen van water is ingrijpend en risicovol. Het ontkent het recht van het kind op water. Daarom vragen wij de rechter te verbieden dat kinderen van het water kunnen worden afgesloten. Het is dan aan de overheid en de watermaatschappijen om te regelen dat het afsluiten van kinderen niet meer gebeurt.
Gemeente Capelle aan den IJssel heeft een convenant gesloten met Waterbedrijf Evides om waterafsluiting bij gezinnen met kinderen te beperken (2015).
In Arnhem is een soortgelijk project gestart in 2013 met waterbedrijf Vitens.
Zie ook het antwoord op de vraag ‘Hoe is dit in andere landen geregeld?’.
Deze zaak wordt gevoerd op grond van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA). De dagvaarding is inmiddels verstuurd. Nadat de zaak is geregistreerd in het Centrale Register voor collectieve vorderingen, geldt een wachttermijn van drie maanden. Tijdens deze wachttermijn kunnen andere belangenorganisaties een gelijksoortige collectieve vordering instellen. De wachttermijn kan met maximaal drie maanden worden verlengd.
Na afloop van de wachttermijn wordt de zaak voortgezet en wijst de rechter de Exclusieve Belangenbehartiger aan. Indien meerdere belangenbehartigers een gelijksoortige collectieve actie aanhangig hebben gemaakt, wijst de rechter in principe één van hen aan als Exclusieve Belangenbehartiger in de procedure. De rechter kan echter ook twee of meer belangenbehartigers aanwijzen als co-Exclusieve Belangenbehartigers.
Daarna kunnen de Staat, Dunea en PWN schriftelijk reageren op de dagvaarding. Vervolgens zal een zitting worden gepland door de rechtbank. Tijdens de zitting luistert de rechter naar de standpunten van alle partijen en kunnen ook vragen aan partijen worden gesteld door de rechter. Na de zitting zal de rechter gaan nadenken over alles wat is geschreven en gezegd. Tot slot volgt dan de uitspraak.
De zittingsdatum en de datum waarop uitspraak wordt gedaan, zijn nog onbekend. Zodra die bekend worden, zullen we dat bekendmaken op de websites van Defence for Children en het PILP-NJCM.
Als we de rechtszaak winnen, dan mogen kinderen niet meer van het water worden afgesloten. Dat betekent dat de overheid en Dunea en PWN zullen moeten regelen dat dit niet langer gebeurt. Dit betekent ook dat alle andere Nederlandse waterbedrijven hun werkwijze moeten aanpassen om kinderen niet van het water af te sluiten.
Het is in omringende landen zoals bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk verboden om gezinnen met kinderen van het water af te sluiten. Het is zelfs zo dat geen enkel huishouden, ook als er geen kinderen wonen, van het water mag worden afgesloten.
Aanloop
In 2014 werd Defence for Children door de heer J. van Goethem, jurist en voormalig raadslid van de gemeente Emmen, op de hoogte gesteld van de problematiek omtrent het recht op water voor kinderen in Nederland. De heer van Goethem heeft hierover ook een brief gestuurd aan de minister.
Op 4 juni 2015 heeft PILP-NJCM samen met Defence for Children, ter ondersteuning van de heer van Goethem, de minister om informatie gevraagd over het recht op water voor kinderen. We vroegen de minister daarin ook te reageren op de eerdere brief van de heer van Goethem.
Op 22 juni van datzelfde jaar liet de directeur Water en Bodem namens de minister van Infrastructuur en Milieu in een brief aan de heer van Goethem en Defence for Children en het PILP-NJCM weten zich te beraden op een eventuele aanpassing van de destijds geldende regeling.
Op 25 mei 2017 werd een internetconsultatie gepubliceerd over de concept-wijziging van de Regeling Afsluitbeleid. Op basis van deze wijziging zouden voortaan, kort gezegd, bij afsluiting desgevraagd jerrycans of waterzakken met 12 liter water per persoon moeten worden verstrekt. Afsluiting van kinderen werd niet verboden en kwam in de toelichting van de minister op de concept-wijziging niet eens ter sprake.
Defence for Children en het NJCM hebben – net als het overgrote deel van de andere deelnemers , zoals de Kinderombudsman – kritisch gereageerd op de concept-wijziging, aangezien deze geen wezenlijke verandering zou brengen in de Nederlandse praktijk van waterafsluiting bij kinderen
Inmiddels is per 1 juli 2018 een nieuwe regeling van kracht geworden. Omdat ook de nieuwe regeling nog onvoldoende bescherming biedt, is besloten een rechtszaak te starten, om zo de rechten van kinderen te beschermen.
De hoorzitting in de zaak tegen de Staat en twee waterbedrijven is op donderdag 17 februari om 09:30 in de Rechtbank Den Haag.
Updates
Belangrijke documenten in de procedure: Memorie van Grieven | Uitspraak Rechtbank Den Haag | Dagvaarding | Info procedure | Pleitnotitie
In februari 2023 schrijft PILP een amicus brief in recht op water zaak in Curacao.
Op 8 november 2022 is de Memorie van Grieven ingediend.
Op 6 april 2022 oordeelde de Rechtbank Den Haag dat het niet per definitie onrechtmatig is wanneer gezinnen met kinderen worden afgesloten van drinkwater wanneer ouders hun waterrekening niet kunnen betalen. De volledige uitspraak kan hier worden geraadpleegd. Voor meer informatie, zie ons laatste nieuwsbericht hier.
De zitting in de zaak tegen de Staat en twee waterbedrijven is op donderdag 17 februari om 09:30 in de Rechtbank Den Haag. Lees hier meer over de procedure.
Op 7 juli 2020 zijn Defence for Children en het NJCM een rechtszaak gestart tegen de Staat en waterbedrijven Dunea en PWN.
Op 1 juli 2018 is de nieuwe regeling aangaande het afsluitbeleid van kleinverbruikers in werking getreden.
Op 22 augustus 2017 heeft SP-kamerlid Jasper van Dijk kamervragen gesteld aan ministers Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu en minister Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over het afsluiten van drinkwater. Op 27 oktober volgde de beantwoording.
In februari 2017 presenteerden de studenten van de Leiden Law Clinic hun onderzoek aan, onder andere, het PILP en Defence for Children tijdens een brainstormsessie. Het PILP zal de resultaten van het onderzoek en de uitkomst van de brainstormsessie gebruiken om onze vervolgstappen te bepalen.
Sinds eind oktober 2016 heeft de Leiden Law Clinic het PILP geholpen bij het uitzoeken in hoeverre het afsluitbeleid van water van huishoudens in Nederland in overeenstemming of in strijd is met de mensen- en kinderrechten. De studenten van de Law Clinic verrichtten onderzoek en schreven een advies, dat door het PILP in de praktijk kan worden gebruikt.
Op 22 juni 2015 heeft de directeur Water en Bodem namens de minister van Infrastructuur en Milieu in een brief aan het PILP gereageerd.
Op 4 juni 2015 heeft PILP-NJCM, samen met Defence for Children, de minister om informatie gevraagd over het recht op water voor kinderen. We vroegen de minister te reageren op de eerdere brief van de heer Van Goethem over het onderwerp.
Gabriella Ramdhan, Vyerna Kwakkel and Stina Ihle Amankwah hebben voor het PILP-NJCM gekeken naar het afsluiten van water bij gezinnen met kinderen in het licht van internationale mensenrechtenverdragen en het Kinderrechtenverdrag. Zij concludeerden dat in het Nederlandse beleid niet voldoende waarborgen zijn opgenomen voor de kinderen, in overeenstemming met het Kinderrechtenverdrag.