Toen in 2017 in Marokko verschillende mensenrechtenverdedigers hard aangepakt werden, leidde dat ook in Nederland tot ophef. Een groep burgers wilde zich uitspreken door middel van een protest in de vorm van een symbolische hongerstaking voor de Marokkaanse ambassade in Den Haag.
De politie Den Haag liet namens de burgemeester per email aan de organisatoren weten dat dit protest niet door mocht gaan: er mocht niet geprotesteerd worden voor het consulaat, niet in de nachtelijke uren en niet in de vorm van een hongerstaking. Dat laatste onder andere niet omdat omstanders aanstoot zouden kunnen nemen aan mensen in hongerstaking.
De organisatoren lieten het protest daarop niet doorgaan en vochten de beslissing aan.
Om het bij de rechter te kunnen hebben over het recht op protest en de opgelegde beperkingen, moest er eerst de juridisch hobbel genomen worden over de vraag of het bericht van de politie een besluit in de zin van de wet was.
Hierover voerden we een procedure in bezwaar, in beroep bij de rechtbank en uiteindelijk in hoger beroep bij de Raad van State.
De organisatoren van de demonstratie zijn in deze rechtszaken ondersteund en bijgestaan door het PILP en door advocaat Alexander IJkelenstam van advocatenkantoor CMS (via Pro Bono Connect).
We kregen bij de Raad van State op 9 oktober 2019 gelijk: het bericht van de politie was een beslissing waar bezwaar tegen open stond.
De zaak ging vervolgens weer naar de burgemeester.
De burgemeester heeft onze cliënten op 5 december 2019 nu ook inhoudelijk gelijk gegeven: het was nooit de bedoeling geweest beperkingen op te leggen.
We zijn erg blij met dit resultaat.
We gaan er vanuit dat de praktische consequentie van deze beslissing is dat als er nu opnieuw een symbolische hongerstaking voor de ambassade wordt aangemeld bij de burgemeester, deze zal worden toegestaan en er geen beperkingen opgelegd zullen worden.