Beroep in Afghaanse 1F zaak

Helaas was de rechtbank het oneens met het PILP-NJCM en de Afghaanse 1F’er in de 1F zaak. De rechtbank is op basis van procedurele argumenten niet aan een inhoudelijke toetsing toegekomen. Het PILP-NJCM en de 1F’er zijn het niet eens met die argumenten en gaan hiertegen in beroep.

Ondanks deze teleurstellende uitspraak, is het wel positief, dat het PILP-NJCM ontvankelijk is verklaard en kan opkomen voor de belangen die zij in haar statuten behartigd.

Het PILP-NJCM en de 1F’er zijn deze rechtszaak begonnen tegen de Nederlandse Staat voor een schending van het EU-recht: de Raad van State, de hoogste instantie in Nederland die over vreemdelingenzaken gaat, heeft het EU-recht geschonden door geen individueel onderzoek te doen naar de 1F’er, en na te laten hierover prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. Op grond van het EU-recht levert dat een onrechtmatige daad op van de Nederlandse Staat.

In Nederland verblijven enkele honderden Afghanen die door de overheid vanwege vermeende oorlogsmisdaden 1F verklaard zijn: ze krijgen geen verblijfsvergunning en worden niet uitgezet. Sommige van hen zijn al meer dan 15 jaar in Nederland. Er is veel kritiek op dit beleid, vooral omdat er geen individuele toets plaatsvindt om te zien of een Afghaanse asielzoeker zelf ook daadwerkelijk oorlogsmisdaden gepleegd heeft.

Advocaat in de zaak zijn Martijn Snoep samen met Laura di Bella van De Brauw, Marieke van Eik van Prakken D’Oliveira en Jelle Klaas van het PILP.

U kunt meer over de zaak lezen in het dossier over de Afghaanse 1F.

[ssba]