Tweede hoger beroep wapenhandel ongegrond verklaard: eindelijk duidelijkheid

Het gerechtshof heeft het tweede hoger beroep van het PILP-NJCM, PAX en Stop Wapenhandel helaas ongegrond verklaard.
De NGO’s zijn volgens het Hof niet ontvankelijk bij de bestuursrechter en daarmee is het hoger beroep ongegrond. De NGO’s zijn niet tevreden met de uitspraak, maar zijn er wel blij mee dat er nu eindelijk duidelijkheid is: wil je als belangenorganisatie een wapenexportvergunning aanvechten, dan moet je bij de civiele rechter zijn.

Het was lange tijd onduidelijk bij welke rechter een mensenrechten- of vredesorganisatie moest zijn om een wapenexportvergunning aan te vechten.

In 2002 gingen een aantal maatschappelijke organisaties, waaronder PAX en Stop Wapenhandel, naar de civiele rechter om een wapenexportvergunning aan te vechten. Daar besloot de civiele rechter, dat de bestuursrechter bevoegd was.

In 2015 begonnen PILP, Pax en Stop Wapenhandel een juridische procedure over een wapenexportvergunning naar Egypte. Volgens de organisaties had de vergunning niet verleend mogen worden: de Nederlandse regering heeft namelijk niet of onvoldoende naar de mensenrechten gekeken en de vergunning gaat voorbij aan de betrokkenheid van Egypte bij de oorlog in Jemen. Nederland is verplicht om vergunningen voor wapenexport te toetsen aan mensenrechten en aan internationale verdragen, wat volgens PILP-NJCM niet, of niet goed, is gebeurd. Ook denkt PILP-NJCM dat de regering de feiten, met name rond de situatie in Jemen, onvoldoende of niet heeft meegewogen. PAX en Stop Wapenhandel menen dat de verleende wapenvergunning slecht is voor de situatie in het Midden Oosten.

In deze langlopende zaak zijn de NGO’s de afgelopen twee jaar vier keer bij de rechter geweest. De organisaties vinden dat het mogelijk moet zijn om een juridische discussie aan te gaan wanneer de Nederlandse Staat besluit dat wapens geleverd mogen worden en de mensenrechten in het geding zijn. Toch werden zij telkens niet-ontvankelijk verklaard. Op grond van de nieuwe Douanewet, de nationale uitvoering van het Douanewetboek van de Europese Unie, zou het bestuursrecht gesloten zijn voor dit soort procedures, omdat de NGO’s niet ‘individueel en rechtstreeks’ geraakt worden door de levering. De NGO’s waren het hier niet mee eens, onder andere omdat het bestuursrecht nog wel openstaat voor wapenbedrijven en de overheid en, omdat het Europese recht een (bestuursrechtelijke) rechtsgang uitsluit die voorheen wel mogelijk was.

De NGO’s vinden het jammer dat zij op procedurele punten hebben verloren. Hierdoor heeft de rechter de inhoudelijke argumenten tegen deze specifieke vergunning niet behandeld. Toch is het belangrijk dat er nu duidelijkheid is: NGO’s die een wapenexportvergunning willen aanvechten moeten daarvoor naar de civiele rechter.

[ssba]